Onderhoud - ECOFOREST ecoGEO Basic Manuel D'utilisateur

De warmtepomp bevat aan de binnenzijde koelmiddel R410A. Dit koelmiddel is niet schadelijk voor het milieu, omdat het geen
chloor bevat en dus niet bijdraagt tot de vernietiging van de ozonlaag. Bij normale werking van de warmtepomp is de koelvloeistof
niet toxisch en bestaat er geen gevaar op explosie. Bij lekken van het koelmiddel moet niettemin rekening worden gehouden met
onderstaande aanwijzingen.

Het koelmiddel in de warmtepomp mag niet in de atmosfeer komen, omdat dit de opwarming van
de aarde in de hand werkt (GWP = 1725).
GEVAAR!

Het koelmiddel moet worden teruggewonnen om te worden gerecycled of vernietigd volgens de
geldende voorschriften.

Het onderdeel waar het lek zich bevindt niet direct aanraken vanwege gevaar op ernstig letsel door
bevriezing.

Ventileer de ruimte onmiddellijk.

Iedereen die in contact met koelmiddeldamp is gekomen moet de ruimte onmiddellijk verlaten en
frisse lucht inademen.

Rechtstreekse blootstelling van het koelmiddel aan een vlam veroorzaakt vorming van een giftig gas.
Dit gas is bij concentraties ruim onder de toegestane limiet vast te stellen aan de hand van de geur.

1.2. Onderhoud

Na de inbedrijfstelling vereisen de ecoGEO-warmtepompen geen specifiek onderhoud. De controller ziet voortdurend toe op
talrijke parameters en duidt aan wanneer er een probleem optreedt. Zorg ervoor dat uw installatie regelmatig wordt gecontroleerd
door een bevoegde installateur om de correcte werking van de warmtepomp te garanderen.

Deel de aanwezigheid van fluïda in de technische ruimte mee aan de servicedienst zodat deze uw
installatie zou nakijken.
GEVAAR!

In geval van een lek in het aanvoercircuit, moet het circuit worden gevuld met het geschikte
antivriesmengsel; zo niet, dan kan dit kan leiden tot een gebrekkige werking van de warmtepomp of
zelfs het stukgaan hiervan.

Alle onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkend technicus. Een
ongeschikte hantering van de installatie in zijn geheel kan leiden tot een persoonlijk letsel en/of
materiële schade.

Giet geen water of andere vloeistoffen rechtstreeks op de warmtepomp voor de reiniging, er zou
zich een elektrische schok of brand kunnen voordoen.
De druk van de aanvoer- en productiecircuits moet regelmatig worden nagekeken. U kunt de druk van de circuits raadplegen in het
informatiemenu. De druk van de circuits moet liggen tussen 0,7 en 2 bar. Als de druk zakt onder de door de servicedienst
vastgelegde minimumwaarde, dan gaat de warmtepomp automatisch uit, wordt het overeenstemmende alarm geactiveerd en
wordt overgeschakeld naar de NOODSTATUS.
Gebruik een vochtige doek om de buitenzijde van de warmtepomp te reinigen. Gebruik geen schuurmiddelen die de lak kunnen
aantasten.
Gebruikershanleiding ecoGEO
114