Vaarregelaar Programmeren; Instelmogelijkheden Van De Vaarregelaar - Reely Scorpion Notice D'emploi


11.

Vaarregelaar programmeren

80
De vaarregelaar is reeds af fabriek optimaal op de motor ingesteld. Omwille
van deze reden raden wij u aan om de fabrieksinstellingen niet te wijzigen.
Het programmering gebeurt via geluidssignalen die niet door een
luidspreker, maar door het spoelen van de motor worden opgewekt.
a) Instelmogelijkheden van de vaarregelaar
Opmerking bij functie #1, vaarmodus
Hier legt u de rijmodus vast. Vooruit = alleen vooruit varen mogelijk; vooruit/achteruit
= vooruit en achteruit varen mogelijk. Bij het omschakelen van vooruit naar achteruit
varen wordt ter bescherming van de motor, resp. aandrijvingsstreng en van de accu
niet onmiddellijk gewisseld, maar met een van de in de vaarregelaar vast
geprogrammeerde pauze.
Bij de omschakeling van het achteruit naar het vooruit varen wordt de draairichting
van de motor echter onmiddellijk veranderd. Deze stuurwijze is niet aangewezen
aangezien er geen bescherming van de motor, resp. aandrijvingsstreng is gegeven
en bovendien de belasting van de accu wordt verhoogd. Daarom moet u na het
achteruit varen niet onmiddellijk maar na een kleine pauze (gashendel kortstondig in
de neutrale stand laten) het vooruit varen inleiden.
Opmerking bij functie #2, aantal accucellen
Hiermee kunt u vastleggen of het cellenaantal van de accu automatisch moet wor-
den herkend of manueel moet worden geselecteerd.
Gebruik om het model aan te drijven NiCd- of NiMH-accu's, programmeer de
vaarregelaar op „Automatisch". Bij het initialiseren van de vaarregelaar (als u de
vaaraccu aansluit), weerklinkt voor de geselecteerde instelling een controletoon.
Gebruikt u een LiPo-vaaraccu, kunt u ook de instelling „Automatisch" selecteren. In
dit geval herkent de vaarregelaar automatisch het aantal LiPo-cellen van de vaaraccu.
Dit herbergt echter het gevaar dat niet volledig opgeladen accu's eventueel verkeerd
worden herkend. In dit geval zou de vaarregelaar eventueel een accu met een cel
minder kunnen herkennen. Dat zou bij de onderspanningsherkenning tot verkeerde
waarden leiden en de aangesloten accu zou diepontladen en zo vernietigd kunnen
worden.
Daarom raden wij u bij gebruik van LiPo-accu's aan, het daadwerkelijk aantal cellen
vast te programmeren. Selecteert u vb. een LiPo-accu met drie cellen, dan worden
bij het initialiseren van de vaarregelaar (als u de vaaraccu aansluit) voor de
geselecteerde instelling 3 signaaltonen weergegeven.