Nauwkeurige Laagstroommeting; Microamp Μa-Meting - Beha-Amprobe ACD-14-PRO Manuel De L'utilisateur

Nauwkeurige laagstroommeting

Waarschuwing
W
Elektrische schok en letsels vermijden:
• Houd de meter nooit vast voorbij de tactiele begrenzing.
• Gebruik de meter niet om spanning te meten boven de maximale
nominale frequentie (400Hz). Hoogfrequente stromen kunnen ervoor
zorgen dat de magnetische circuits van de klemmen gevaarlijke hoge
temperaturen bereiken.
De spanning kan worden gemeten met de klemmen terwijl de V/
COM-aansluitingen de spanning meten. Het onderste display toont de
spanningsmeting. Zie tevens het hoofdstuk AC- en DC-spanning meten.
De wisselstroomlaagspanning voor kleine geleiders
meten:
1. Draai de draaischakelaar naar een willekeurige
functie om de meter in te schakelen. De standaard
stroommetingsmodus is AC A (bovenste display).
Druk op de knop
AC A- en Amp-Tip-modus (
2. Open de klem door op de klemontgrendeling te
drukken en stop de te meten geleider in de klem.
Controleer of de klemmen stevig gesloten zijn.
3. Lijn de geleider uit op het opgegeven klempuntgebied
voor laagspanningsmeting (Amp-Tip).
4. Bekijk de stroomaflezing op het bovenste display.
Let op
W
Houd de klemmen tijdens de stroommeting weg
van andere stroomgeleidende apparaten, zoals
transformators, motors of stroomkabels, omdat ze
de nauwkeurigheid van de meting negatief kunnen
beïnvloeden.
Microamp μA-meting
De μA-gelijkstroomfunctie (
eerste plaats voor het testen van de HVAC-vlamsensor.
Een vlamsensor van het verwarmingssysteem testen:
1. Draai de verwarmingseenheid uit en zoek de draad
tussen de gasbrandercontroller en de vlamsensor.
2. Koppel een van de vlamsensordraden los.
3. Zet de draaischakelaar op de meter in de stand
4. Sluit het zwarte testsnoer aan op de COM-
aansluiting en het rode testsnoer op de μA-
aansluiting.
5. Sluit een meter in serie aan door één snoer te
bevestigen aan de losgekoppelde vlamsensorsonde
en het andere aan de losgekoppelde
besturingsmodule-aansluiting.
6. Schakel de verwarmingseenheid in en controleer de
aflezing op de meter.
7. Raadpleeg de documentatie voor de
verwarmingseenheid voor wat de juiste aflezing zou
moeten zijn.
/ om te schakelen tussen de
wordt weergegeven).
) op de meter is in de
9
.