De Werking Van Team Mx; Inschakelen [Off/Vol]; Kanaalkeuze; Ruisonderdrukking [Asq] / [Sq] - Team MX-10 Mode D'emploi

Nederlands

De werking van TEAM MX-10

Inschakelen [OFF/VOL]

Voor de eerste maal inschakelen zal de ruis regelaar (13) [SQ] tot de linkeraanslag worden
gedraaid. Het apparaat wordt ingeschakeld door de volume regelaar (10) [OFF/VOL] naar
rechts te draaien.
De achtergrond van de uitlezing licht nu op en de ontvangstruis of een andere station wordt
hoorbaar. Stel nu de gewenste luidsterkte in. Alle instellingen die bij de werking van het appa-
raat zijn gebruikt, blijven na het uitschakelen behouden, zolang de stroomverzorging niet wordt
onderbroken.

Kanaalkeuze

De Kanalen kunnen door het drukken op de kanaal toetsen (17) [UP] en (18) [18] op de micro-
foon of met de kanalen draaischakelaar (12) worden ingesteld. In het LC-Display () verschijnt
de aanduiding van de kanalen met grote cijfers en de bijbehorende frequentie met de kleine
cijfers daar direct onder. Tijdens het zenden kan een ander kanaal worden ingesteld.
Er kan alleen op een overeenstemmend kanaalnummer en modulatie met het tegenstation
worden gecommuniceerd.
Zenden
Voor het zenden wordt de op de microfoon (19) ingebouwde zend toets (16) [PTT] ingedrukt
en voor de duur van het spreken ingedrukt. De controle-LED brandt rood. De balken aandu-
iding onder de LCD aanduiding geeft het relatieve zendvermogen aan. De microfoon moet
ca. 5 cm van uw mond worden gehouden en op normale toon spreken. Te hard spreken
bemoeilijkt het verstaan. Na het beindigen van het gesprek moet de PTT toets (16) weer wor-
den losgelaten en het apparaat schakelt terug op ontvangst. De toetsen functioneren niet tij-
dens het zenden.

Ruisonderdrukking [ASQ] / [SQ]

De MX-10 is voorzien van een handbediende [SQ] en een automatische ruisonderdrukking
[ASQ].
Het storende ruisen, dat steeds bij een vrij kanaal optreedt, kan door het naar rechts draaien
van de ruis regelaar (13) [ASQ] worden onderdrukt. De regelaar zal nu zover worden gedraait
totdat de ruis wordt onderdrukt Bij een kritische instelling van de ruisonderdrukking kan zo nu
en dan een korte ruis optreden, zonder dat er een station op het kanaal bevindt. Verder naar
rechts draaien onderdrukt de zwakke stations, maar ook de sterke stoor signalen. Bij een
vaste squelch instelling kan bij de werking van de scan functie er een niet-erkenning van een
bezet kanaal voorkomen.
De automatische squelch [ASQ] (2) instelling is dan intern op een vaste waarde ingesteld.
Om de ASQ functie te activeren, druk op de toets ASQ [ASQ] (2). ASQ-pictogram verschijnt
op het display.
48

LCD-achtergrondverlichting [LCR]

De MX-10 heeft 7 verschillende achtergrondkleuren. Druk op de toets LCR (7) om de achter-
grondkleur in te schakelen.
De achtergrond kleur kan ook worden uitgeschakeld.

Voorkeuze kanaal 9/19 [9/19]

Het apparaat beschikt in alle uitvoeringen over het voorkeuze kanaal 9 en 19. Door het een-
malig indrukken van de voorkeuze toets (8) [9/19] wordt het kanaal 9 ingesteld. Om kanaal
19 als voorkeuze kanaal in te stellen, moet de voorkeuze kanaal toets twee maal worden
ingedrukt.
Door het nogmaals indrukken van de toets (13) [9/19] word de snel keuze van het kanaal 9
opgeheven. Het apparaat schakelt op het ingestelde kanaal terug.

Geheugenkanalen [MEM]

De MX-10, kunt u 10 kanalen van de huidige frequentie standaard opslaan en hebben dus een
directe toegang.
Programmeren MEM kanalen:
1. Selecteer de gewenste frequentie om te worden opgeslagen.
2. Activeer de programmeermodus door op de MEM-toets (9) te drukken. Het symbool ME knip-
pert in de linkerbovenhoek van het scherm.
3. Selecteer de MEM-kanaal (1-10) waarop de gewenste frequentie wordt opgeslagen.
4. Druk nogmaals op de MEM-knop om de instelling te bevestigen.
Oproepen MEM kanalen:
1. Druk op de toets F (5), gevolgd door de MEM toets (9). Het symbool RD knippert in de linker-
bovenhoek van het display.
2. Selecteer het gewenste kanaal MEM (1-10) met het kanaal keuzeschakelaar (12).
3. Bevestig de selectie. Druk nogmaals op de toets MEM. Het symbool M verschijnt in de linker-
bovenhoek van het scherm.

automatische ruisonderdrukking [ANL]

De ANL (automatische ruisonderdrukking) functie vermindert de mogelijke geluidsoverlast tij-
dens signaalontvangst. Inschakelen of de functie uit te schakelen drukt u op de ANL-toets
(11). Wanneer ingeschakeld, verschijnt het symbool ANL in het display.

Gevoeligheid van de ontvanger [RF Gain]

Het ontvangen van signalen die dichtbij zijn, kan te sterk zijn in bepaalde omstandigheden en
wordt het signaal vervormd.
Signalen ontvangen van dichtbij kan te sterk zijn in bepaalde omstandigheden, wordt het signaal
vervormd. Met de RF-Gain functie, kan het ontvangen signaal worden verzwakt.
Met de buitenste ring van de dubbele controller [SC/RF Gain] (13) van de sterkte van het ont-
vangen signaal wordt verminderd door het verzwakken van de ontvangst gevoeligheid.
Geen signaal verzwakking treedt er op wanneer de regelaar volledig naar rechts wordt gedraaid.
Dit moet de standaard voor normaal gebruik zijn. Het verhogen en tegen de klok vermindert de
gevoeligheid van de ontvanger.
Nederlands
49