Witt WCT1050G Mode D'emploi page 41

BEDIENING VAN HET APPARAAT
Vóór eerste gebruik van het apparaat: plaats de broodrooster op een plek met voldoende
ventilatie en kies bruiningsgraad 3. Laat de broodrooster zonder brood in de sleuven drie cycli
uitvoeren met een onderbreking van drie minuten tussen de cycli. Zo wordt eventueel stof
weggebrand en voorkomt u een onprettige geur.
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Plaats maximaal 2 sneetjes brood, muffins of bagels in het apparaat.
3. Stel de gewenste bruiningsgraad in: van 1 (licht) tot 6 (donker).
4. Druk de hendel in totdat deze vastklikt. Het roosteren begint nu automatisch. Let op: Als de
broodrooster niet is aangesloten op een stopcontact en ingeschakeld is, zal de hendel niet
worden vergrendeld.
5. De broodrooster wordt automatisch uitgeschakeld als het gewenste roosterniveau is bereikt, en
het brood komt omhoog. U kunt het roosteren op elk moment stoppen door op de STOP-knop
te drukken.
BEVROREN BROOD ONTDOOIEN: Plaats het brood in de sleuven als u bevroren brood wilt
ontdooien en kies de gewenste bruiningsgraad. Duw de hendel omlaag totdat deze vastklikt en
klik vervolgens op de DEFROST-knop.
BROOD OPNIEUW OPWARMEN: Het apparaat heeft een functie voor het opnieuw opwarmen
van brood zonder verdere bruining. Plaats het brood in de sleuven om het op te warmen en duw
de hendel omlaag totdat deze vastklikt, en druk op de REHEAT-knop.
Als een brood of een broodje vast komt te zitten, schakelt u het apparaat onmiddellijk uit, haalt u
de stekker uit het stopcontact en probeert u het brood heel voorzichtig opnieuw te verwijderen,
zonder de verwarmingselementen te beschadigen.
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Verbreek de verbinding met de stroomvoorziening door de stekker uit het stopcontact te
nemen (niet aan het snoer trekken). Laat het apparaat volledig afkoelen voordat u begint met
schoonmaken.
2. Maak de kruimelbak schoon. Trek de bak uit het apparaat. Leeg de kruimelbak en plaats hem
opnieuw voordat u het apparaat weer in gebruik neemt.
3. Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een zachte, vochtige doek. Veeg het apparaat
vervolgens af met een zachte, droge doek.
4. Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloeistoffen.
5. Keer het apparaat om boven een vuilnisbak of gootsteen om de resterende kruimels eruit te
schudden.
De kruimelbak moet regelmatig worden geleegd. Zorg ervoor dat er zich geen kruimels
ophopen!
NL NL
41