Gebruik Volgens Voorschrift; Installatie - CEJN 19-911-5050 Instructions D'utilisation

1. Veiligheid
1.1 Inleiding / beschrijving
De werking en de kwaliteit van deze kabelhaspel zijn gecontroleerd
conform Europese normen (EN61242) voor elektrische installatiemate-
rialen. De kabelhaspel is beveiligd met een thermische overbelastings-
beveiliging en stroomvoerende delen zijn afgeschermd met een kap.
Een speciale veiligheidsvoorziening voorkomt dat de veer in de
kabelhaspel naar buiten kan schieten. Deze veiligheidsvoorziening
mag niet worden verwijderd of aangepast. Veiligheidsvoorzieningen
mogen onder geen beding gedemonteerd of anderszins aangepast
worden.
De kabelhaspel mag alleen geplaatst of gerepareerd worden door
vakkundig personeel (bijv. een elektricien). Bij vervangen van de
stekker mag alleen een volgens de Europese normen voor 230 V / 16
i
A goedgekeurd exemplaar worden gebruikt.
Lees vóór installatie of gebruik de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door.
De in de gebruiksaanwijzing voorgeschreven bedienings-, onderhouds-
en reparatieaanwijzingen moeten strikt worden nageleefd.
Als de behuizing wordt geopend, moet eerst de oprolveer worden
ontspannen.
De kabelhaspel en de kabel moeten voor gebruik regelmatig
gecontroleerd worden.
Geconstateerde beschadigingen of gebreken moeten altijd
onmiddellijk worden verholpen! Een kapotte kabel moet worden
vervangen!
1.3 Risico's bij bediening en reparatie
GEVAARLIJK!
Aanraken van stroomvoerende delen kan levensgevaarlijk zijn. Open nooit de kabelhaspel als deze is aangesloten op het elektriciteitsnet. Voordat u
met reparatie of onderhoud begint, moet altijd eerst de stroomtoevoer worden onderbroken.
Bescherm de kabel tegen beschadiging door scherpe of hete voorwerpen. Vermijd contact met open vuur, aangezien dat de isolatie kan
beschadigen.

2. Installatie

2. Installatie
De kabelhaspel mag alleen door vakkundig personeel op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De kabelhaspel mag alleen in droge ruimtes worden
gebruikt. De netspanning mag maximaal ~230 V bedragen en mag maximaal met 16 A zijn beveiligd. Volg de voor uw land toepasbare installatievoorschrift-
en op.
2.2 Montage
1
4
NL

1.2 Gebruik volgens voorschrift

2
5
33
De kabelhaspel is uitsluitend geschikt voor gebruik in
droge ruimtes. Deze mag niet buiten of in vochtige
ruimtes worden gebruikt.
Om veiligheidsredenen zijn eigenmachtige verand-
eringen aan kabelhaspels verboden. De kabelhaspel
mag alleen worden aangesloten op een elektricit-
eitsnet met een spanning van ~230 V. De maximaal
toegestane belasting is:
Bij een opgerolde kabel: 1000 Watt
Bij een uitgerolde kabel: 3500 Watt
Machines/gereedschappen die op de kabelhaspel
worden aangesloten, mogen het maximaal
toegestane vermogen voor de kabelhaspel niet
overschrijden. Let op dat de aangesloten gereed-
schappen de kabel niet beschadigen. Gebruik alleen
uitgeteste, in goede staat verkerende gereedschap-
pen die volgens de instructies geschikt zijn.
3
6