Tabblad Link Status (Status Koppelingen) - Belkin 54g Manuel De L'utilisateur

P74216df_F5D7000_man.qxd 07-03-2003
DE BELKIN CONFIGURATIE-UTILITY VOOR DRAADLOZE LOKALE NETWERKEN (WLAN) GEBRUIKEN
Tabblad 'Link Status' (Status koppelingen)
(a)
(b)
(c)
(d)
(e)
(f)
(g)
(h)
(i)
(j)
(a) SSID
De SSID is de naam van het draadloze netwerk. Dit veld toont de huidige SSID
waaraan de kaart gekoppeld is. De kaart zoekt automatisch een draadloos
netwerk in de omgeving op. Voor het opbouwen van een verbinding met een
specifiek draadloos netwerk kunt u de SSID van het bekende draadloze netwerk
op het tabblad 'Wireless Networks' (Draadloze netwerken) handmatig selecteren.
(b) MAC-adres
Toont het MAC-adres van het draadloze netwerk waarmee u bent verbonden.
(c) WEP
Geeft aan of de WEP-encryptie bij het netwerk waarmee u bent gekoppeld, is
ingeschakeld of uitgeschakeld.
(d) Snelheid
Toont de datasnelheid van de huidige verbinding.
15:46 Page 22
22
DE BELKIN CONFIGURATIE-UTILITY VOOR DRAADLOZE LOKALE NETWERKEN (WLAN) GEBRUIKEN
(e) Kanaal
Toont het kanaal waarop de kaart momenteel werkt. Wanneer het kanaal in de
infrastructurele modus werkt, wordt het automatisch ingesteld door het
accesspoint of de draadloze router waarop de kaart is aangesloten. In de
infrastructurele modus kunt u de kanalen niet wijzigen. In de ad-hoc modus kunt
u de kanalen met de hand instellen.
(f) IP-adres van cliënt
Toont het IP-adres van uw draadloze cliënt. Het IP-adres wordt standaard
automatisch toegewezen. U kunt het IP-adres handmatig instellen via Windows
'Networking Properties' (Netwerkeigenschappen).
(g) Type netwerkverbinding
Toont de huidige draadloze modus waarin de kaart werkt. Er zijn twee
bedrijfsmodi: infrastructureel en ad-hoc. 'Infrastructuur' is de meest gebruikelijke
bedrijfsmodus. De infrastructuurmodus wordt gebruikt bij aansluiting van uw pc
op een draadloos accesspoint of op een draadloze router. De ad-hoc modus wordt
gebruikt om twee of meer computers onderling te verbinden zonder tussenkomst
van een accesspoint of draadloze router.
(h) Zenderstatus
Geeft aan of het IP-adres van uw draadloze cliënt is ingeschakeld of
uitgeschakeld. Het IP-adres wordt standaard automatisch toegewezen.
U kunt het IP-adres handmatig instellen via Windows 'Networking Properties'
(Netwerkeigenschappen).
(i) Signaalsterkte
Geeft de sterkte van het draadloze signaal aan van 0 tot 100%. Hoe dichter bij
de 100%, des te beter is de signaalsterkte. Hoe dichter u bij een draadloze router
of accesspoint komt, des te krachtiger moet het signaal zijn.
(j) Kwaliteit van de koppeling (Ruis)
Geeft de hoeveelheid radiostoring in de omgeving aan. Hoe lager de waarde, des
te beter.
23