9. Vervangen van de batterijen
¡ Om een elektrische schok te voorkomen, het toestel van de geleider
weghalen en het uitschakelen alvorens de batterijen te vervangen.
¡ Gebruik geen oude en nieuwe batterijen samen en ook geen batterijen van
een verschillend type.
¡ Installeer de batterijen volgens de aanduiding in het batterijcompartiment
en let op de juiste polariteit.
Van zodra het symbool "
vervangen. Indien er geen enkele aanduiding op het scherm verschijnt, ook niet
de waarschuwing "
(1) Haal het instrument na de meting weg.
(2) Schakel het instrument uit als dit nog niet gebeurd was.
(3) Maak de schroef achteraan los.
batterijcompartiment.
(4) Installeer de nieuwe batterijen (4 x type R6P of LR6) volgens de aanduiding
in het batterijcompartiment en let op de polariteit.
(5) Schroef het deksel weer vast.
WAARSCHUWING
OPGELET
" links bovenaan oplicht, moet men de batterijen
", dan zijn de batterijen volledig uitgeput.
― 36 ―
Verwijder het deksel van het