Omschakeling Van Gassoort - Ferroli DOMINA C 24 Notice D'installation/D'utilisation

DOMINA C 24

7 OMSCHAKELING VAN GASSOORT

De volgende aanpassingen en omschakelingen mogen enkel uitgevoerd worden door bevoegd personeel
zoals de mensen van de verkoopsdienst of van de Dienst-na-verkoop. De ketel wordt normaalgezien
ingesteld om te werken op aardgas. Als de ketel met een andere gassoort gebruikt zal worden, dan moet
de omschakeling als volgt gebeuren.
Van aardgas naar LPG
De injectoren van de hoofd- en de waakvlambrander moeten vervangen worden. Daarna moeten de druk
van de hoofdbrander en de gastoevoer naar de waakvlam aangepast worden.
Opmerking - de diameter van de injectoren en de waarde van de druk naar de hoofdbrander zijn vermeld
in tabel 3 en 4.
Opmerking - Breng na de omschakeling van de ketel van aardgas naar vloeibaar gas de oranje klever aan
op de plaat met technische gegevens.
8. HOE HET TOESTEL ONDERHOUDEN EN SCHOONMAKEN ?
De volgende handelingen mogen enkel uitgevoerd worden door bevoegde personen zoals de mensen
van de verkoopsdienst of Dienst-na-verkoop.
8.01 Periodieke controle van de ketel en de schoorsteen
De volgende zaken moeten minstens één maal per jaar gecontroleerd worden :
De waterdruk in het centrale verwarmingssysteem moet 1 bar bedragen wanneer het water koud is. Indien
dit niet het geval is, stel dan de druk opnieuw op die waarde in.
De controle- en veiligheidsfuncties (gasklep, debietmeters, thermostaten) moeten correct functionneren).
De brander en de warmtewisselaar moeten proper zijn. Gebruik bij het schoonmaken van deze toestellen
een zachte borstel of perslucht. Gebruik nooit chemische producten.
Het expansievat moet goed zijn.
Er mogen geen lekken zijn in het gas- en watercircuit.
Het rookafvoerkanaal en de schoorsteen mogen niet geblokkeerd worden en er mogen geen lekken in
zijn.
Er mag geen aanslag op het thermokoppel zitten en de waakvlam moet het thermokoppel volledig
omvatten (fig. 15).
De gastoevoer en -druk moet overeenkomen met de waarden aangegeven in de respectievelijke tabellen.
De pomp mag niet blokkeren.
Er mag geen vervuiling zijn over de volledige lengte van het rookafvoerkanaal (schoorsteen en verbinding
met de ketel).
8.02 Schoonmaken van de ketel en de brander
De ketel vereist geen specifiek onderhoud. Het omhulsel en de brander mogen nooit schoongemaakt
worden met chemische producten of stalen borstels. Nadat het toestel werd schoongemaakt moet er
gecontroleerd worden of er nergens lekken zijn en bij het heropstarten moeten de thermostaten, gasklep
en de pomp nagekeken worden. Controleer daarna nogmaals of er geen lekken zijn.
46