HOE HET
Begin bij stap 1.
De ventilator heeft verschillende standen om de ruimte te ventileren. Gebruik
de knoppen op het bovendeel van de standaard of de afstandsbediening om te
wisselen tussen de standen.
Constante ventilatie
Bij constante ventilatie blaast de ventilator de lucht met constante snelheid door
de kamer. De ventilator heeft 3 verschillende blaasstanden: I - standaard, II -
sterk III - extra sterk.
1.
Druk op de knop
2.
Druk de knop
3.
De ventilator begint in de standaard blaasstand (I), druk 1 keer voor een
sterke blaasstand (II) en 2 keer voor een extra sterke blaasstand (III).
6.
WERKT.
om de ventilator aan te zetten.
in om de ventilatorstand te kiezen.