Microfoon Dm-106S; Spanning Bron; De Werking Van Team Mc-8 Markii; Inschakelen [Off/Vol] - itam MC-8 mark II Mode D'emploi

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 21
Nederlands
Let erop dat het LC display (6) alleen onder een bepaalde hoek goed zichtbaar is. Ook het
zonlicht zorgt voor een slecht afleesbaar scherm. Het is aan te bevelen om de beste positie
te controleren voordat u gaat inbouwen. Het apparaat kan eenvoudig in verschillende posi-
ties worden gemonteerd door gebruik te maken van de montage beugel.

4) Microfoon DM-106S

De microfoon (1) kan in de 6 pin (11) op het front paneel aansluiten. Er is geen zend en ont-
vangst mogelijk zonder microfoon. De aansluiting is volgens de GDCH standaard.
PIN 1 Modulatie
PIN 2 Luidspreker
PIN 3 PTT
PIN 4 Up/Down
PIN 5 Massa
PIN 6 +12 Volt
Soldeer zijde van de microfoon connector.
De standaard microfoon DM-106S, die bij de MC-8 MarkII wordt geleverd is voorzien van een
kanaal selectie en signaal toon. Deze microfoon is de beste keuze voor uw MC-8 MarkII.

5) Spanning bron.

Voordat u de spanning aansluit op de DC kabel moet de zendontvanger zijn uitgeschakeld.
Sluit dan de twee kale uiteinden van de kabel op de accu van de auto aan. De zender is
geschikt voor werking met negatieve massa op het elektrische systeem 13,8volt DC. Legt de
kabel zover mogelijk weg van aggregaten die interferentie kunnen verzorgen. Let bij het aan-
sluiten op de correcte polariteit.
ZWART
Sluit deze aan op de - MIN/ massa van de auto accu.
ROOD
Sluit deze aan op de 12 volt + PLUS van de auto accu.
Bij het verwijderen van de plus blijven de laatste instellingen na het uitschakelen van de zen-
der bewaard.
De netvoeding moet geschikt zijn voor het gebruik met een zender, anders zal interferentie
van de voeding of overspanning de zender beschadigen.
Nadat de microfoon. Antenne en voeding correct zijn aangesloten kunt u met starten met de
verbindingen.
48

De werking van TEAM MC-8 MarkII

1) Inschakelen [OFF/VOL]

Voor de eerste maal inschakelen zal de ruis regelaar (9) [ASQ/SQ] tot de linkeraanslag worden
gedraait. Het apparaat wordt ingeschakeld door de volume regelaar (10) [OFF/VOL] naar rechts
te draaien. Stel nu de gewenste luidsterkte in. Alle instellingen die bij de werking van het appa-
raat zijn gebruikt, blijven na het uitschakelen behouden, zolang de stroomverzorging niet wordt
onderbroken.

2) Ruisonderdrukking [ASQ/SQ]

Het storende ruisen, dat steeds bij een vrij kanaal optreedt, kan door het naar rechts draaien
van de ruis regelaar (9) [ASQ/SQ] worden onderdrukt. De regelaar zal nu zover worden
gedraait totdat de ruis wordt onderdrukt Bij een kritische instelling van de ruisonderdrukking
kan zo nu en dan een korte ruis optreden, zonder dat er een station op het kanaal bevindt.
Verder naar rechts draaien onderdrukt de zwakke stations, maar ook de sterke stoor signa-
len. Bij een vaste squelch instelling kan bij de werking van de scan functie er een niet-erken-
ning van een bezet kanaal voorkomen. Door naar links te draaien, over de squelch schake-
laar heen, wordt de automatische squelch ingesteld ASQ. De squelch instelling is dan intern
op een vaste waarde ingesteld.

3) Kanaalkeuze [p] [q]

De Kanalen kunnen door het drukken op de kanaal toetsen (2) [p] en (3) [q] op de microfoon
of met de kanalen draaischakelaar (8) worden ingesteld. In het LC-Display (6) verschijnt de
aanduiding van de kanalen met grote cijfers en de bijbehorende frequentie met de kleine cij-
fers daar direct onder. Tijdens het zenden kan een ander kanaal worden ingesteld. De kanaal-
nummers worden als een ring doorlopen, zodat de kanalen omhoog tellen van 1 tot 40 of 80
en omlaag tellend van 80 of 40 tot 1. Er kan alleen op een overeenstemmend kanaalnummer
en modulatie met het tegenstation worden gecommuniceerd.
4) Bevestigingstoon
In de ontvangst mode worden alle succesrijke ingavenen, Aan/Uit (10) [OFF/VOL], PTT (4)
[PTT], oproeptoon (5) [SIGNAL] en kanaal draaischakelaar (8) met een bevstigingstoon
bevestigd.
5) Omschakelen van de modulatie [MD]
De MC-8 MarkII kan in de modulatie AM en FM werken. Bij bepaalde instellingen werkt het alleen
in de mode FM. Bij het inschakelen is steeds kanaal 9 en de mode FM ingesteld, die in de uitle-
zing (6) met het symbool FM wordt aangeduid. Als het apparaat op het kanaal ook de mode AM
accepteerd kunt u op de toets drukken (7) [MD] om tussen AM und FM schakelen. De mode AM
wordt met het symbool AM aangeduid. Als de MC-8 MarkII de mode AM niet accepteerd, hoort
u een bevestigingstoon, maar het symbool FM blijft in de uitlezing. Als u zich op een kanaal in
de mode AM bevindt en een kanaal wil wisselen en de mode AM niet wordt geaccepteerd, volgt
er een omschakeling naar FM. Bij een verdere wissel van een kanaal en de mode AM wordt weer
geaccepteerd, springt deze weer automatisch terug.
Nederlands
49

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières