Télécharger Imprimer la page

Conrad 84 20 95 Mode D'emploi page 4

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

B E D I E N U N G S A N L E I T U N G
 GEBRUIKSAANWIJZING
Oliedrukmeter
Bestelnr.:
84 20 95
Dit product voldoet aan de voorwaarden van de nationale en Europese wetgeving.
Voorgeschreven gebruik
De oliedrukmeter dient voor de weergave van de motoroliedruk in motorvoertuigen.
Dit inbouwinstrument is uitsluitend geschikt voor aansluiting op een 12V-gelijkspanningsboordnet, met de negatieve pool
van de autoaccu verbonden met de carrosserie. Het mag alleen in motorvoertuigen met dit type boordspanning worden
ingebouwd en in gebruik worden genomen. Sluit het product nooit op een andere voedingsspanning aan.
Het apparaat mag uitsluitend binnen in motorvoertuigen worden gebruikt, niet in de open lucht. Contact met vocht of
nattigheid moet absoluut worden voorkomen. Door het type inbouw moet de gebruiker ervoor zorgen, dat het inbouwinstrument
tegen vocht en nattigheid beschermd wordt.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het
risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken.
Het complete product mag niet worden gewijzigd of omgebouwd.
De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen.
Veiligheidsvoorschriften en risico's
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op
garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk.
Bij materiële of persoonlijke schade, die door oneigenlijk gebruik of niet-naleving van de
veiligheidsvoorschriften veroorzaakt werden, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid. In
dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing.
Lees voor ingebruikneming de volledige handleiding door; deze bevat belangrijke aanwijzingen
voor het juiste gebruik.
• Controleer het product voor ingebruikname op beschadigingen. Gebruik het product niet wanneer
dit beschadigd is.
• Om veiligheids- en vergunningsredenen is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het
product niet toegestaan.
• Als spanningsbron mag alleen het 12V-gelijkspanning boordnet in het voertuig (negatieve pool van
de accu aan de carrosserie van de auto) worden gebruikt. Sluit het inbouwinstrument nooit op een
andere voedingsspanning aan.
• Zorg voor een vakkundige ingebruikname. Neem hierbij deze gebruiksaanwijzing in acht.
• Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het
apparaat.
• Kijk het inbouwinstrument en de aansluitleidingen van tijd tot tijd op beschadigingen na. Indien het
instrument of een aansluitkabel beschadigd is, dan moet het door een vakkundige vakbekwaam
worden hersteld.
• Stel het product niet bloot aan hoge mechanische belasting, sterke trillingen, druip- of spatwater.
• Giet geen vloeistoffen over het inbouwinstrument. Dit kan tot brand of levensgevaarlijke elektrische
schokken leiden. Indien er toch vloeistof in het apparaat gekomen is, onmiddellijk de stekker uit het
stopcontact trekken en een vakman raadplegen.
• Houd het inbouwinstrument buiten het bereik van kinderen. Houd kinderen uit de buurt!
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos slingeren. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed
zijn.
• Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of als er problemen zijn waar u in de
gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neemt u dan contact op met onze technische
helpdesk of met een andere elektromonteur.
• Let a.u.b. op de aanvullende veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken van deze
handleiding.
Montage
De algemeen geldende veiligheidsvoorschriften en maatregelen bij montagewerkzaamheden in,
om en rond het voertuig moeten in elk geval worden opgevolgd. Neem bovendien de
veiligheidsvoorschriften van de fabrikant van het voertuig in acht.
Wijzigingen aan het voertuig, die door het inbouwen van het product nodig zijn, moeten altijd
zo worden uitgevoerd, dat hierdoor geen beperking van de verkeersveiligheid of van de
constructieve stabiliteit van de auto ontstaat. Neem contact op met uw autodealer als u twijfelt
over de keuze van de montageplaats.
Let op dat bij het boren geen elektrische kabels, remleidingen en dergelijke worden
beschadigd.
Neem bij gebruik van gereedschap voor de montage altijd de veiligheidsinstructies van de
fabrikant van het betreffende gereedschap in acht.
Houd bij de montage van het product rekening met het gevaar, dat bij een ongeluk
verwondingen kunnen ontstaan door losgerukte apparatuur. Bevestig het inbouwinstrument
daarom veilig en op een plaats die geen gevaar kan opleveren voor de passagiers.
Montage instrument
Het inbouwinstrument kan met de meegeleverde montagesteunen aan het dashboard worden bevestigd, of in een
passende opening in het dashboard worden ingebouwd.
In de handel zijn ook passende op- en inbouwbehuizingen met een genormeerde opening voor inbouwinstrumenten
verkrijgbaar (ten dele zelfs voertuigspecifiek), waarin het instrument eveneens gemonteerd kan worden.
• Een geschikte montageplaats uitzoeken. De montageplaats moet vanaf de
bestuurdersplaats goed zichtbaar zijn.
• Let bij de keuze van de montageplaats op de inbouwdiepte die het
instrument nodig heeft. Houd speciaal bij bewegende voertuigonderdelen
(stangen, hendels etc.) voldoende veiligheidsafstand.
• Draai de bevestigingsring van het inbouwinstrument af en trek het uit de
montagesteun.
• Bevestig indien nodig de montagesteun met 2 geschikte schroeven aan het
dashboard.
• Steek het inbouwinstrument in de montageopening en bevestig het door de
bevestigingsring weer vast te schroeven en handvast aan te draaien.
Montage sensor
w w w. c o n r a d . c o m
w w w. c o n r a d . c o m
De meegeleverde sensor wordt op de motor (in de plaats van de voorhanden oliedruksensor) ingeschroefd.
Past de schroefdraad van de motor niet bij de schroefdraad van de meegeleverde sensor, dan zijn optioneel passende
adapterschroeven verkrijgbaar.
Informeer uzelf bij uw motorvoertuighandelaar voor een geschikte inbouwplaats en de passende schroefdraadgrootte voor
Versie 07/10
de montage.
• Laat indien nodig de motorolie uit de oliecarter aflopen.
• Verwijder de voorhanden oliedruksensor.
• Schroef de meegeleverde sensor (evt. in verbinding met een adapterschroef) in de schroefdraad bij de motor.
Gebruik hierbij niet teveel kracht, omdat anders de schroefdraad beschadigd kan worden. Let op dat evt. aanwezige
dichtringen weer geplaatst resp. vervangen worden.
• Controleer de dichtheid van de schroefverbinding na beëindiging van de montagewerkzaamheden, door de motor te
starten en enige tijd te laten lopen. Hierbij mag geen olie bij de sensor uitlopen.
Wijziging van de belichtingskleur/lichtmiddelwissel
• Trek de belichtingsfitting uit de achterkant van het inbouwinstrument.
• Plaats een van de meegeleverde gekleurde kappen op de lichtpeer van de
belichting.
• Om de lichtpeer te vervangen, trekt u deze uit de belichtingsfitting en plaats u
een nieuwe.
• Steek de fitting opnieuw in het inbouwinstrument.
Aansluiten
• Klem de minpool van de boordaccu af.
• Verbind de met (W W W W W ) gemarkeerde aansluiting van het
inbouwinstrument met de voertuigmassa of een
massaleiding (klem 31).
• Verbind de met (+) gemarkeerde aansluiting van het
inbouwinstrument met de 12V-contactplus (klem 15).
Dit is een leiding, die bij ingeschakeld contact 12V
voert.
• Verbind de witte leiding van de belichting bij het
inbouwinstrument met de stroomverzorging voor de
dashboardverlichting (klem 58).
• Verbind de zwarte leiding van de belichting bij het inbouwinstrument met de voertuigmassa of een massaleiding
(klem 31).
• Verbind de sensoraansluiting (S) bij het inbouwinstrument met het aansluitcontact (S) van de voorheen gemonteerde
sensor bij de motor.
• Verbind de WK-aansluiting op de oliedruksensor met de leiding van de oliedrukwaarschuwingslampjes van het
voertuig, die voorheen op de originele oliedruksensor waren aangesloten.
• Controleer nogmaals de correcte aansluiting en klem dan de minpool van de boordaccu weer aan.
• Test of het inbouwinstrument en de verlichting functioneren.
Onderhoud en verzorging
De buitenkant van het inbouwinstrument mag alleen met een zachte, droge doek of een kwast worden gereinigd.
Gebruik in geen geval agressieve schoonmaakmiddelen of chemische oplossingen, aangezien deze het oppervlak van de
behuizing kunnen beschadigen.
Afvalverwijdering
Technische gegevens
Bedrijfsspanning: ..................................................... 12 V=
Meetbereik: .............................................................. 0-7 bar
Lichtbron .................................................................. Glassokkellamp voor voertuigen 12V/1,7W / W2,1x9,5d
Verlichtingskleuren: ................................................. wit/rood/groen
Inbouwdiameter: ...................................................... 52mm
fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de
uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© 2010 by Conrad Electronic SE. Printed in Germany.
De elektrische aansluiting mag uitsluitend door een deskundige worden uitgevoerd.
Om kortsluiting en hieruit resulterende beschadigingen van het apparaat te voorkomen, moet
tijdens het aansluiten de minpool (massa) van de autoaccu worden losgekoppeld.
Sluit de minpool van de accu pas weer aan, wanneer u het inbouwinstrument volledig
aangesloten en de aansluiting gecontroleerd heeft.
De contacten resp. leidingen uit het boordnet, waaraan het inbouwinstrument aangesloten
wordt, moeten absoluut door een passende zekering worden beveiligd.
Gebruik voor de controle van de spanning aan boordspanningskabels alleen een voltmeter of
een diodetester, omdat normale controlelampen te hoge stromen opnemen en daardoor de
boordelektronica zou kunnen beschadigen.
Let bij het plaatsen van de leidingen op, dat deze niet afgekneld worden of tegen scherpe
randen schuren! Gebruik op doorvoerplaatsen rubberen tules.
Gebruik voor het aansluiten uitsluitend geschikte voertuigleidingen. Litze, scheldraadleidingen
etc. zijn niet voor het verleggen in voertuigen geschikt.
Voor het aansluiten van de leidingen mogen bovendien alleen voor voertuigen geschikte
stekkerverbinders worden gebruikt, die met geschikt gereedschap aan de leidingen moeten
worden aangebracht.
Leg de aansluitleidingen indien mogelijk langs de hoofdkabelboom in het voertuig en vermijdt
losse kabellussen, die zich in de pedalen van het voertuig kunnen verstrikken. Hierdoor kunnen
levensgevaarlijke situaties tijdens het rijden ontstaan.
Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen voor
afvalverwerking inleveren.
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld

Publicité

loading