Laat de cerebrospinale vloeistof rechtstreeks in het CSF-buisje met tussenbodem lopen totdat de vulmarkering is bereikt.
3.
Doe de dop erop en sluit het CSF-buisje met dubbele bodem zorgvuldig.
4.
Plaats het CSF-buisje met dubbele bodem rechtop en volgens de bewaarcondities voor het monstermateriaal.
5.
Centrifugatie
LET OP!
Er mogen alleen geschikte draagbuisjes of inzetstukken worden gebruikt. Het centrifugeren van een CSF-buisje met dubbele bodem met barsten of het centrifugeren met een te hoge centrifugaalkracht kan het CSF-
2
-1
De centrifuge moet gelijkmatig worden gevuld. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de centrifuge.