Télécharger Imprimer la page

Immergas HERCULES Serie Mode D'emploi page 20

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

GEBRUIK VAN DE KETEL IN
MODUS WINTER.
De instellingen en het gebruik van de ketel variëren
naargelang de erop aangesloten chronothermostaten
en op basis van de gekozen opties (zie tabel "Afstelling
temperaturen bij aanvoer").
WERKING MET KETEL
EN OMGEVINGSTHERMOSTATEN.
Winter ( ): in deze modus werkt de ketel zowem
voor verwarming van sanitair warm water als voor
verwarming van de omgeving. De temperatuur van het
sanitair warm water wordt altijd via de keuzeschakelaar
(1) geregeld.
Wanneer er geen warmteaanvragen zijn (verwarming of
productie van sanitair warm water), gaat de ketel over
naar de functie "wachten", wat overeenkomt met de
ketel die gevoed is zonder aanwezigheid van een vlam.
N.B.: het is mogelijk dat de ketel automatisch in wer-
king treedt in geval de functie antivries geactiveerd
wordt. Bovendien kan de ketel korte tijd na de afname
van sanitair warm water in werking blijven om het
sanitaire circuit weer op temperatuur te brengen.
- Zone hoge temperatuur. De temperatuur van de
verwarming in de zone hoge temperatuur wordt
via de keuzeschakelaar (3) geregeld, de betreffende
temperatuur wordt op het display (24) weergegeven
via de indicator (4) en de aanduiding "SET RISC. "
verschijnt (Fig. 11). Door de keuzeschakelaar (3) in
wijzerzin te draaien, verhoogt de temperatuur, in
tegenwijzerzin vermindert de temperatuur.
Afstelling temperatuur aanvoer installatie zone hoge
temperatuur
- Zone lage temperatuur. De temperatuur van de
verwarming in de zone lage temperatuur wordt via
de parameter "SET B.T. 2" in het menu "Zones"
geregeld via de keuzeschakelaar (3), de betreffende
temperatuur wordt op het display (24) weergegeven
via de indicator (7) en de aanduiding "SET B.T. 2"
verschijnt (Fig. 12). Door de keuzeschakelaar (3) in
wijzerzin te draaien, verhoogt de temperatuur, in
tegenwijzerzin vermindert de temperatuur.
Werking modus Winter met verwarming van de
omgeving zone lage temperatuur
Tijdens de aanvraag voor verwarming van de omge-
ving verschijnt op het display (24) het opschrift
"VERWARM" op de statusindicator (6) en tegelijk met
de inschakeling van de brander gaat ook de indicator
(8) oplichten om aan te geven dat er een vlam aanwezig
is, met de bijhorende vermogenschaal, en de indicator
(9 en 7) met de instanttemperatuur bij de uitgang van de
primair warmtewisselaar. Wanneer de temperatuur van
het water in de installatie tijdens de verwarmingsfase
voldoende is om de radiatoren te verwarmen, kan de
ketel werken door enkel de ketelcirculator te activeren.
Werking modus Winter met verwarming van de
omgeving zone hoge temperatuur
Tijdens de aanvraag voor verwarming van de omge-
ving is het mogelijk om de temperatuur van aanvoer
in de zone lage temperatuur weer te geven. Ga naar
het menu "Zones" en selecteer de parameter "TEMP.
B.T. 2" op het display (24) via de indicator (7), de in-
stanttemperatuur die op de uitgang van de ketel wordt
vastgesteld verschijnt.
Weergave temperatuur aanvoer
zone lage temperatuur
WERKING MET OPTIONAL EXTERNE SONDE
(FIG. 15).
In geval van installatie met optional externe sonde
wordt de temperatuur voor aanvoer van de ketel voor
de verwarming beheerd door de externe sonde in
functie van de gemeten buitentemperatuur. Men kan
de temperatuur voor aanvoer wijzigen van -15°C tot
+15°C ten opzichte van de regelingscurve (Fig. 7 en
8 waarde Offset).
- Correctie zone hoge temperatuur.De correctie kan
met de keuzeschakelaar (3) aangestuurd worden en
blijft actief bij eender welke gemeten buitentempe-
ratuur, de wijziging van de offsettemperatuur wordt
Fig. 11
weergegeven via de indicator (7), op de indicator (4)
wordt de huidige temperatuur bij aanvoer weergege-
ven, en enkele seconden na de wijziging wordt die
met de nieuwe correctie bijgewerkt, op het display
verschijnt de aanduiding "CORR OTC" (Fig. 15).
Door de keuzeschakelaar (3) in wijzerzin te draaien,
verhoogt de temperatuur, in tegenwijzerzin vermin-
dert de temperatuur.
Regeling temperatuur bij aanvoer installatie
zone hoge temperatuur met externe sonde (optional)
- Correctie zone lage temperatuur. De correctie kan
Fig. 12
via de parameter "SET B.T. 2" in het menu "Zones"
aangestuurd worden via de keuzeschakelaar (3) en
blijft actief bij eender welke gemeten buitentem-
peratuur, de wijziging van de offsettemperatuur
wordt weergegeven via de indicator (7). Door de
keuzeschakelaar (3) in wijzerzin te draaien, verhoogt
de temperatuur, in tegenwijzerzin vermindert de
temperatuur.
Fig. 13
Tijdens de aanvraag voor verwarming van de omge-
ving verschijnt op het display (24) het opschrift
"VERWARM" op de statusindicator (6) en tegelijk met
de inschakeling van de brander gaat ook de indicator
(8) oplichten om aan te geven dat er een vlam aanwezig
is, met de bijhorende vermogenschaal, en de indicator
(9 en 7) met de instanttemperatuur bij de uitgang van de
primair warmtewisselaar. Wanneer de temperatuur van
het water in de installatie tijdens de verwarmingsfase
voldoende is om de radiatoren te verwarmen, kan de
ketel werken door enkel de ketelcirculator te activeren.
Fig. 14
WERKING MET AFSTANDBEDIENING
AMICO
In geval van aansluiting op de CAR
automatisch het apparaat en op het display verschijnt
het symbool (
commando's en afstellingen overgedragen naar de
CAR
drukknop Stand-by "
drukknop ingang menu "D" en de drukknop selectie
Voorrang sanitair "B" behouden.
Opgepast: Als men de ketel in stand-by (10) zet,
verschijnt op de CAR
"CON", toch blijft de CAR
ma's die in het geheugen opgeslagen zijn te verliezen.
WERKING MET SUPERAFSTANDBEDIENING
AMICO (SUPER CAR) (OPTIONAL).
In geval van aansluiting op de Super CAR detecteert de
ketel automatisch het apparaat en op het display ver-
schijnt het symbool (
om afstellingen te bedienen, hetzij met de Super CAR of
met de ketel, naargelang de gekozen zone-instellingen.
Opgepast: Als men de ketel in stand-by (10) zet, ver-
schijnt op de Super CAR het symbool verbindingsfout
"ERR>CM", toch blijft de Super CAR gevoed zonder
de programma's die in het geheugen opgeslagen zijn
te verliezen.
Fig. 15
N.B.: indien men op de kaart met zones de modus
Super CAR "besturing aanvoer hoofdzone" selecteert,
verschijnt het symbool (
van de ketel.
De commando's voor de verwarming van de omgeving
die door de Super CAR worden uitgevoerd, hebben
bijgevolg enkel betrekking op de hoofdzone, terwijl de
commando's en de afstellingen uitgevoerd via de ketel
op de hele verwarmingsinstallatie betrekking hebben.
De commando's met betrekking tot de verwarming van
het sanitair warm water blijven onverschillend indien
uitgevoerd via de Super CAR of via het dashboard
van de ketel.
20
Regeling temperatuur bij aanvoer installatie
zone lage temperatuur met externe sonde (optional)
Werking modus winter met externe sonde (optional)
(CAR
) (OPTIONAL).
V2
V2
V2
). Vanaf dat ogenbik worden alle
, op de ketel blijven echter de functie van de
V2
", de drukknop Reset "C", de
het symbool verbindingsfout
V2
gevoed zonder de program-
V2
). Vanaf dan is het mogelijk
) niet op het display
Fig. 16
Fig. 17
detecteert de ketel

Publicité

loading