6.2
Product ontluchten
035
1
050-100
1.
Open bij het vullen met water de ontluchtingsklep (1)
2.
Sluit de ontluchtingsklep, zodra er water naar bui-
ten loopt (herhaal deze maatregel indien nodig
meermaals).
3.
Controleer of de ontluchtingsschroef dicht is.
0020249957_07 Installatie- en onderhoudshandleiding
1
6.3
Afvoer via condensafvoerleiding controleren
035
050-100
3
2
1
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade en storin-
gen!
Wanneer de condensopvang niet correct
wordt geleegd, kan dit storingen en bescha-
digingen aan het product veroorzaken. Het
gevaar bestaat dat de condensopvang over-
loopt.
▶
Houd de aanbevolen afstanden en het
verval aan zodat de condens correct weg-
stroomt.
1.
Haal de manteldeksel (1) eraf.
2.
Vul de condensopvang met water, door een slang (2)
in de opening (3) te plaatse, of via de optionele con-
densopvang (4) onder de driewegklep.
–
Benodigde watervolume: ≤ 2 l
3.
Schakel de ventilo convector in en kies de koelmodus.
◁
De condensafvoerpomp start (bedrijfsgeluid).
◁
De condensopvang wordt, afhankelijk van de lengte
van de condensafvoerleiding, binnen circa 1 minuut
geleegd.
4.
Controleer, of het water correct wegloopt.
▽
Wanneer dit niet het geval is, controleer dan het
afschot en zoek naar eventuele blokkades.
5.
Schakel de ventilo convector uit.
6.
Controleer het systeem op dichtheid.
4
4
217