Table des Matières
Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
BEC-schakeling deactiveren
Als u de vliegregelaar met meer als 10 NiMH-cellen of met 4S LiPo-cellen wilt gebruiken, dan moet
de BEC-stroomvoorziening van de ontvanger worden afgeklemd.
• Trek daarom de stekker (7) van de 3-polige aanslutingskabels van de ontvanger.
• Hef met een speld (8) de verbindingsplaat van het middelste steekcontact op en trek het
steekcontact aan de kabel voorzichtig uit de stekker (zie afbeelding 2 A).
• Het nu open liggende steekcontact wordt naar achter omgelegd (zie afbeelding 2 B) en
aansluitend met kleefband geïsoleerd en aan de 3-polige kabel vastgekleefd.
• Na het afklemmen van de BEC-stroomvoorziening moet de ontvanger met de aangesloten
servo's via een afzonderlijke 4,8 V ontvangeraccu van stroom worden voorzien.
Vliegregelaar in bedrijf stellen
Let op, voorzichtig!
Controleer voor de ingebruikstellen de correcte omwenteling van de propeller en van
de spinner en of de propellermeenemer goed op de motorbron vast zit.
Maak het model dan zo vast dat de propeller vrij kan draaien en het model zich door de
krachdt van de luchtstroom niet kan bewegen.
Let op losse voorwerpen die door de propeller kunnen worden aangezogen of door de
luchstroom kunnen worden weggeblazen.
Houd ook afstand van het gevarenbereik van een ronddraaiende propeller. Ook bij
kleine luchtschroeven bestaat acuut verwondingsgevaar door de scherpe randen van
de propellerbladen.
• Schakel altijd eerst de zender in en zet de stuurknuppel voor de motorregeling in de stand "motor
uit".
• Plaats de aandrijfaccu in het model en verbind deze met de vliegregelaar.
Bij het aansteken van het volledig opgeladen accu kan bij de contacten van de
contactoos een kleine vonk ontstaan. Dit is normaal aangezien op dit moment de in de
vliegregelaar ingebouwde condensatoren een ogenblik met een hoge stroomimpuls
worden geladen.
Bij een correcte zenderinstelling geeft de motor na de aansluiting van de aandrijfaccu drie snelle
tonen weer. Na een korte pauze zijn aansluitend drie enkele tonen op gelijke toonhoogte te horen
en de motor maakt een kleine vibrerende draaibeweging.
Let op!
Als de motor alleen de drie snelle tonen zonder de drie enkele tonen weergeeft, heeft
de vliegregelaar de stand "motor uit" niet herkend en mag u uit veiligheidsoverwegingen
de motor niet inschakelen.
Ofwel staat de stuurknuppel niet in de gewenste stand "motor uit" of zijn de waarden
voor de servoweginstelling op de zender (dualrate of EPA-waarden) zeer sterk
gereduceerd.
Verdere informatie in verband met de servoweginstelling kkunt u vinden in de documenten
van de respectievelijke afstandsbediening.
Wanneer de motor slechts vier enkele tonen op verschillende hoogte weergeeft, herkent de
vliegregelaar de huidige stand van de stuurknuppel voor de motorregeling als volgas-stand.
Als de stuurknuppel evenwel in de juiste stand "motor uit" staat, moet de reverse-functie voor de
gasstuurknuppel op de zender worden geactiveerd.
Verdere informatie hierover kunt u in de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening vinden.
Functiecontrole van de vliegregelaar
Wanneer de stuurknuppel voor de motorregeling zich in de stand "motor uit" bevindt, mag de
aandrijfmotor niet draaien. Als u de stuurknuppel langzaam in de richting volgas beweegt, moet de
elektromotor aanslaan en afhankelijk van de knuppelstand het toerental veranderen. De aanpassing
aan de motor (timing) vindt automatisch plaats.
Als de motor de propeller in de verkeerde richting laat draaien, kunnen twee van de drie
motoraansluitkabels (3) worden verwijderd en kunt u deze omwisselen en opnieuw aansluiten.
Afbeelding 2
Tip uit de praktijk:
• Bij vele computerafstandsbedieningen is het mogelijk de gasstuurkurve afzonderlijk aan de motor
aan te passen. Naast de grenswaarden voor motor uit en het maximaal vermogen kan ook de
vorm van de gaskurve zo worden ingesteld, dat de motor een lineaire krachtontplooiing vertoont.
• Meet met behulp van een ampèretang de stroomopname van uw modelmotor. Een verkeerd
afgestelde motor met een te grote propeller kan heel snel een veel te hoge stroomopname
weergeven en zo de vliegregelaar binnen de kortste keren overbelasten.
Remfunctie
Bij een elektro zweefvliegtuig met klepluchtschroef moeten beide propellerbladen tijdens de
zweefvlucht naar achter klappen. Daartoe is het wenselijk dat de motor wordt afgeremd van zodra
u de stuurknuppel op de zender snel in de stand "motor uit" schuift.
Ga als volgt te werk om de remfunctie in- resp. uit te schakelen:
• Schakel altijd eerst de zender in en zet de stuurknuppel voor de motorregeling in de volgas stand.
• Sluit nu de motoraccu op de vliegregelaar aan. De motor geeft daarop vier enkele tonen op
verschillende hoogtes af.
• Beweeg de stuurknuppel voor de motorregeling naar de stand 'motor uit'. De motor geeft nu drie
enkele tonen op gelijke hoogte weer.
• Koppel nu de accu los van de vliegregelaar.
• De remfunctie werd nu in- of uitgeschakeld.
Bescherping tegen diepe ontlading
Om bij het gebruik met LiPo-accus een diepe ontlading van de cellen te vermijden wordt de motor
automatisch uitgeschakeld wanneer de huidige accuspanning een vast ingestelde %-waarde van
de beginspanning onderschreidt.
Probleemoplossing
Als de vliegregelaar/motor niet functioneert of de bewegingen op de stuurknuppel voor de
motorregeling niet tot het aanlopen van de motor voert, controleert u de correcte aansluiting van de
aandrijfaccu en van de driepolige stekker (7) van de vliegregelaar. Controleer aansluitend of de
aandrijfaccu correct werd geladen.
Om te testen sluit u in plaats van de vliegregelaar een ontvangeraccu op de ontvanger aan en
controleert u de principiële werking van de afstandsbediening.
Als de vliegregelaar geen leesbaar ontvangersignaal ontvangt (vb. zender buiten
bereik, zender uitgeschakeld, ontvangeruitgang defect, kabelbreuk, enz.) wordt de
motor uit veiligheidsoverwegingen automatisch uitgeschakeld.
Stoppen
• Koppel de accu los van de vliegregelaar.
• Schakel pas daarna de zender uit.
Afvalverwijdering
Elektrische en elektronische producten mogen niet via het normale huisvuil verwijderd
worden!
Als het product niet meer werkt, moet u het volgens de geldende wettelijke bepalingen
voor afvalverwerking inleveren.
Technische gegevens:
ECO-Line 20A
Cellenaantal zonder BEC
2 – 4S LiPo
(6 – 16 V)
5 – 13, NiMH
Cellenaantal zonder BEC
2 – 4S LiPo
(6 – 12,6 V)
5 – 10 NiMH
BEC
5 V/2A
Continu stroom (5 min):
20 A
Piekstroom (30s)
20 A
Piekstroom (1 s)
25 A
Koellichaam
Nee
Klokfrequentie
12 kHz
Inwendige weerstand
0.072 ohm
Afm. ca.
40 x 26 x 8 mm
Gewicht ca.
16 g
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1,
D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld
fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, verei-
sen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van
techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2009 by Conrad Electronic SE.
ECO-Line 30A
ECO-Line 50
2 – 4S LiPo
2 – 4S LiPo
5 – 13, NiMH
5 – 13, NiMH
2 – 4S LiPo
2 – 4S LiPo
5 – 10 NiMH
5 – 10 NiMH
5 V/2A
5 V/2A
30 A
50 A
30 A
50 A
35 A
60 A
Ja
Ja
12 kHz
12 kHz
0.049 ohm
0.025 ohm
40 x 26 x 11 mm
60 x 28 x 11 mm
18 g
32 g
Publicité
Table des Matières
