1. Klemmen: voor alle soorten accupolen.
3. Sigarettenaansteker: zorg ervoor dat sigarettenaanstekers aan blijven als het contact van de auto
"UIT"staat. Dan kunt u de oplader verbinden met de sigarettenaanstekeraansluiting en deze gewoon in de
sigarettenaansteker pluggen om de accu vol te houden.
BEDIENINGSHANDLEIDING: OPLADEN VAN DE ACCU BUITEN HET VOERTUIG
Bij het opladen van een accu buiten het voertuig, op het bepalen van het accutype. Volg om het risico van
een vonk bij de accu te verlagen deze stappen als de accu zich buiten het voertuig bevindt.
WAARSCHUWING: Een vonk vlakbij de accu kan het ontploffen van de accu veroorzaken.
WAARSCHUWING: Ontkoppel bij het verwijderen van de accu uit het voertuig of vaartuig eerst de
geaarde
pool. Zorg er bij het ontkoppelen voor dat alle accessoires zijn uitgeschakeld, om geen vlamboog te
veroorzaken.
N.B.: Een scheeps- (boot) accu moet worden verwijderd en aan wal worden opgeladen. (Opladen aan
boord
vereist een speciale uitrusting, ontworpen voor scheepsgebruik.)
WAARSCHUWING: Maak bij het terugplaatsen van de accu eerst de geaarde pool vast.
1.
Controleer de polariteit van de accupolen. De accukast is gemarkeerd bij elke pool:
POSITIEF (POS, P, +) en NEGATIEF (NEG, N, -). N.B.: De positieve accupool heeft meestal
een grotere diameter dan de negatieve pool.
2.
Verbind de POSITIEVE (RODE) opladerklem met de POSITIEVE (POS, P, +) accupool.
Verbind de NEGATIEVE (ZWARTE) opladerklem met de NEGATIEVE (ZWARTE, N, -)
accupool. Beweeg de klem heen en weer om een goede verbinding te maken.
WAARSCHUWING: Sta niet met uw gezicht naar de accu als u de laatste verbinding maakt.
3.
Sluit de wisselstroomkabel van de oplader aan op een 220-240 volt stroomvoorziening /
stopcontact.
4.
Zet de oplader aan.
POLEN
2. Oog: voor langdurig druppelladen, te verbinden met de accu
door een bout.
1
2
3
6