probleem in de besturingsprint zitten, deze moduleert de systeemventilator traploos in toeren
van 800 tot 1300 rpm. Vervang in dat geval de besturingsprint.
11 Onderhoud /onderdelen
Het toestel moet regelmatig (min. 1x / 2x per jaar) door een erkend installateur, die vertrouwd is
met het toestel, worden nagekeken en eventueel schoongemaakt.
Dit geldt des te meer naarmate de bedrijfsomstandigheden zwaarder zijn, te weten: stof, vocht,
hoog aantal inschakelingen etc.
Werkzaamheden:
11.1 Algemene inspectie
Controleer de algehele toestand van de installatie. Inspecteer de heater, de thermostaat, de
•
bedrading en gasleiding.
Controleer het CO2 en CO percentage van de rookgassen in de max. en min. stand van het
•
toestel met behulp van het serviceprogramma (10 seconde reset/service toets indrukken
min. stand en nogmaals 1x kort indrukken de max. stand). Afwijkingen groter dan 0,5% dan
deze corrigeren, zie H9 afstellen gasblok.
Maak de sifon(s) schoon. (zie verderop in de handleiding)
•
11.2 Inspectie Heater
Voordat met de inspectie begonnen wordt, eerst de spanning van het toestel uitschakelen met
de werkschakelaar.
Bouw de brander compleet met flens en pre-mix ventilator uit, door de 6 inbusbouten los te
•
nemen.
Controleer de warmtewisselaar van binnen op vervuiling of beschadigingen.
•
Controleer de brander op beschadigingen en maak eventueel de ontsteekelektrode schoon
•
met een fijn schuurpapiertje. LET OP: elektrode niet verbuigen!
Controleer de luchttoevoer en de luchtafvoer.
•
Eventueel met een stofzuiger het inwendige van de heater reinigen.
•
Als de warmtewisselaar van buiten ook sterk vervuild is, dit reinigen met een zachte borstel.
•
Gebruik nooit een staalborstel.
Maak het ventilatorrooster schoon met een stofzuiger en een borstel.
•
Bouw de brander weer in. (gebruik nieuwe pakkingen)
•
Controleer het toestel op juiste werking.
11.3 Ontsteekpen
Voor de correcte ontsteking van de brander is het belangrijk dat de
ontsteekelektrode correct is afgesteld:
• De afstand tussen de elektrode en de brander moet 5.0 ±0.5
mm zijn
• De onderlinge afstand tussen de twee pennen moet 3.6 ±0.4
mm zijn
Het is belangrijk dat de vonk tussen de twee pennen gevormd wordt, en niet tussen de pen en
de brander overslaat. Dit kan een heftige ontsteking tot gevolg hebben.
11.4 Schoonmaken sifon / condens afvoer
Om te voorkomen dat het sifon en het condens afvoersysteem verstopt raakt moet het systeem
schoongehouden worden.
Open het toestelsifon en maak deze schoon. Vul na het schoonmaken het sifon weer met
•
water.
INSTRUCTIES/MANUEL TYPE HR
Pagina 19/43