nL
Belichtingsregeling
Voor een optimale aanpassing aan het onderwerp of aan uw
favoriete manier van werken biedt de Leica T vier
belichtingsprogramma's.
Aanwijzingen:
• Afhankelijk van de heersende lichtomstandigheden kan de
helderheid van het monitorbeeld van de werkelijke opnamen
afwijken. Met name bij langdurige belichtingen van donkere
motieven lijkt het beeld op het scherm duidelijk donkerder dan
de - correct belichte - opname.
• Bij het gebruik van Leica M-objectieven m.b.v. de optionele
Leica M adapter T zijn alleen de tijdautomaat en handmatige
instelling beschikbaar, dat wil zeggen dat u de programma-
automaat (P), de tijdautomaat (T) en de onderwerpprogramma's
niet kunt gebruiken. Als u op een van deze modi hebt ingesteld,
zal de camera bij het plaatsen van de adapter automatisch naar
Tijdautomaat omschakelen. Dienovereenkomstig wisselt het
LCD-scherm ook naar de modus
verschijnt
.
F0.0
162
. Als diafragmawaarde
A
programma-automaat - p
Voor snel, volautomatisch fotograferen. De belichting wordt
geregeld door automatische aanpassing van de sluitertijd en het
diafragma.
Bedrijfsmodus instellen
►
selecteren
Een opname maken
►
Druk de ontspanner in tot het eerste drukpunt
• De sluitertijd en het diafragma worden in het wit weergegeven.
Als zelfs het volledig geopende of gesloten diafragma in
combinatie met de langste, resp. kortste sluitertijd onder- of
overbelichting veroorzaakt, zullen beide waarden in rood
worden weergegeven.
Als het automatisch ingestelde stel waarden voor de gewenste
beeldvorming passend lijkt:
►
Druk de ontspanner volledig in om de opname maken