Jung Pumpen MultiStream UAK 10/2 A1 /4 Instructions De Service page 18

Nederlands
De motoren van de UFK-serie zijn
conform het onploffingsbeveili-
gingstype "drukvast omhulsel". Re-
paraties die van invloed kunnen zijn op de ex-
plosiebeveiliging mogen
uitgevoerd door erkende bedrijven of de fabri-
kant. Bij reparaties moeten de spleetbegren-
zingsoppervlakken op schade worden gecon-
troleerd en indien nodig vervangen door
originele onderdelen van de fabrikant.
Oliecontrole
De vul- en aftapopeningen van de oliekamer
zijn door een afsluitschroef "DCT" of "Öl" (olie)
naar buiten toe afgedicht. Ter controle van de
oliekeerringafdichting wordt de olie uit de
oliekamer met inbegrip van de resterende hoe-
veelheid afgetapt en verzameld in een schone
maatbeker.
• Als de olie doordrenkt is met water (melk-
achtig), moet de olie worden ververst. Na
nog eens 300 bedrijfsuren, max. echter na 6
maanden, opnieuw controleren!
• Is de olie vermengd met water en veront-
reinigingen dan moet in aanvulling op de
olie ook de oliekeerringafdichting worden
vervangen.
Om de oliekamer te bewaken kan ook achteraf
de elektrode van ons afdichtingscontroleappa-
raat "DKG" of "DKG-Ex" in plaats van de afsluit-
schroef "DKG" worden gemonteerd.
Olieverversing
Ter behoud van een betrouwbare werking,
moet na 300 bedrijfsuren de olie voor de eerste
maal worden verversen en daarna na elke 1000
bedrijfsuren.
Bij minder bedrijfsuren moet ten minste een-
maal per jaar de olie worden ververst.
Wordt afvalwater met sterk schurende additie-
ven afgevoerd, dan moet de olie met navenant
kortere tussenpozen worden ververst.
Voor de verversing van de olie in de oliekamer
moet hydraulische HLP-olie van viscositeits-
klasse 22 tot 46 worden gebruikt, bijvoorbeeld
Mobil DTE 22, DTE 24, DTE 25.
De vulhoeveelheid bedraagt 1000 cm³, behalve
voor A1 en B1-pompen, deze moet worden ge-
vuld met 800 cm³.
De oliekamer mag alleen worden gevuld met
de aangegeven hoeveelheid olie. Teveel olie
kan leiden tot defecten aan de pomp.
Reiniging
Voor het reinigen van de centrifugaalwaaier en
het slakkenhuis worden alleen de vier zeskant-
schroeven eruit gedraaid en de motoreenheid
van het slakkenhuis getild.
Versleten waaiers kunnen scherpe
randen hebben.
18
LET OP! Bij het losdraaien van de verkeerde
schroeven loopt de olie uit de oliekamer weg.
Aantrekmomenten M
alleen worden
voor M 6 M
voor M 8 M
voor M 10 M
voor M 12 M
Controle van de pompeenheid
Er moet worden gecontroleerd behuizings-
schroeven van de pomp en de verbindings- en
bevestigingsbouten van de installatie goed
vastzitten en indien nodig moeten ze worden
aangedraaid.
Bij afnemend debiet of verhoging van het la-
waai bij gebruik moet de centrifugaalwaaier
worden gecontroleerd door een gekwalificeer-
de technicus en eventueel bijgesteld, nominale
maat: 0,5-0,8 mm.
Instellen van de centrifugaalwaaierspleet
1. Blokkeer de centrifugaalwaaier.
2. Draai de centrale waaierschroef in de waai-
ernaaf los.
3. Tik de waaier met lichte hamerslagen los.
4. Draai de waaierschroef "handstrak" vast.
5. Stel de centrifugaalwaaierspleet door de
centrifugaalwaaier naar beneden te trekken af
op een nominale maat van 0,5-0,8 mm.
6. Blokkeer de centrifugaalwaaier opnieuw en
draai de waaierschroef met 65 Nm vast.
De maximale bijstelspeling is 3 mm.
Vervanging van de slijtring (...B2, ...B4, ...C1)
1. Draai de vier dopschroeven aan de onder-
zijde van het slakkenhuis los.
2. Vervang de slijtring en de afdichting.
3. Draai de vier dopschroeven weer vast.
4. Stel de centrifugaalwaaierspleet opnieuw af.
Vervanging van de waaier
voor schroefmateriaal A2
A
= 8 Nm
A
= 20 Nm
A
= 40 Nm
A
= 70 Nm
A
Versleten loopwielen kunnen scher-
pe randen hebben.
1. Schroef de vier zeskantschroeven eruit en til
de motoreenheid van het slakkenhuis.
2. Blokkeer de centrifugaalwaaier.
3. Draai de centrale waaierschroef in de waai-
ernaaf los.
4. Tik de waaier met lichte hamerslagen los en
trek deze van de as af.
5. Reinig de onderdelen van de waaierbevesti-
ging.
6. Vet de asafdekking in. LET OP! Geen vet met
grafietdeeltjes (zoals bijvoorbeeld "Molykote")
gebruiken.
7. Monteer alle onderdelen van de waaierbe-
vestiging en draai de waaierschroef "handstrak"
aan.
8. Schuif de nieuwe centrifugaalwaaier over de
voorgemonteerde waaierbevestiging op de as.
9. Monteer de motoreenheid op het slakken-
huis, de wartel bevindt zich tegenover de uit-
stroomtuit.
10. Stel de spleetgrootte op 0,5-0,8 mm in en
draai de waaierschroef met 65 Nm vast.
Beknopte hulp bij sto-
ringen
Pomp loopt niet
• De netspanning controleren (geen span-
ningzoeker gebruiken)
• Zekering defect = misschien te zwak (zie de
elektrische aansluiting)
• Netkabel beschadigd = Reparatie alleen
door de fabrikant
Pomp loopt, maar voert niets af
• Drukleiding of slang legen, zodat de
terugslagklep zich opent en de lucht kan
ontsnappen uit het slakkenhuis.
• Ontluchten van het pomphuis door de
afsluitschroef "Luft" (ontluchting) eruit te
draaien.
Waaier geblokkeerd
• Vaste stoffen en vezels hebben zich in het
pomphuis vastgezet = reinigen (zie onder-
houd)
Verminderde capaciteit
• Waaier verstopt = reinigen (zie onderhoud)
• Waaierspleet te groot = afstellen (zie onder-
houd)
• Waaier versleten = vervangen (zie onder-
houd)
• Verkeerde draairichting = 2 fasen van de
stroomkabel laten verwisselen door een
erkend elektromonteur