Het Lassen; Enkele Tips; Puntlassen; Lassen Van Aluminium - C&K WELCO-MATIC 141+ Manuel D'utilisation

Nederlands

6. Het lassen

1. De machine heeft 4 standen om de lasstroom in te stellen. Dit gebeurt met de standenscha-
kelaars op het frontpaneel.
2. De dikte van de plaat is bepalend voor de keuze van de lasstroom. Hoe dikker het metaal,
hoe hoger de lasstroom.
3. Ook de gastoevoer moet verhoogd worden bij dikkere platen.
4. De uitsteek van de draad uit de contactbek moet tussen 5 en 10 mm liggen. 5 mm voor de
laagste lasstroom, 10 mm voor de hoogste.
5. Eerst de amperageschakelaar op de gewenste stand instellen, afhankelijk van de plaatdikte.
6. Dan de draadsnelheid instellen. Starten met een hoge draadsnelheid (om de contactbek
niet te beschadigen) en beginnen te lassen op een zuiver stuk metaal. Draadsnelheid vermin-
deren tot u een regelmatig en snel knetterend geluid krijgt. Dan hebt u de goede draadsnel-
heid voor die metaaldikte.

7. Enkele tips

1. De toorts onder een hoek van 45° ten opzichte van het werkstuk houden met de bek onge-
veer 6 mm boven het oppervlak.
2. De toorts rustig en gelijkmatig voortbewegen tijdens het lassen.
3. Lassen in tocht of winderige omgeving vermijden. Wanneer het beschermgas wordt wegge-
blazen geeft dat een poreuze lasnaad en een zwakke las.
4. Draad en draadgeleider zuiver houden. Draadgeleider af en toe uitblazen met perslucht.
Nooit verroeste draad gebruiken.
5. Scherpe bochten in de draadgeleider vermijden.

8. Puntlassen

Plaat tot 0,8 mm kan gepuntlast worden met een speciale puntlasbek (optie).
De puntlasbek op de bovenste plaat zetten, de toorts tegen de plaat aandrukken,
en de trekker indrukken. Het hoogst mogelijke lasamperage en een hoge draadsnelheid
gebruiken. Bij voorkeur draad van 0,8 mm gebruiken.

9. Lassen van aluminium

1. De gewone lasdraad door een spoel aluminium-lasdraad vervangen.
2. De contactbek vervangen door een contactbek met een GROTERE diameter dan de
diameter van de aluminium-lasdraad.
3. De gasfles vervangen door een gasfles met zuiver Argon.
4. Met een hogere draadsnelheid en een lager lasamperage starten.

10. Lassen zonder gasbescherming

1. De gewone draad vervangen door gevulde draad (0,9mm). Een draadaandrijfrol van 0,8
of 0,9 mm en een contactbek van 1 mm gebruiken.
2. De ontspanner gesloten houden. De gasfles en de ontspanner mogen van de machine
losgemaakt en weggeborgen worden.
3. De koppelingen van + en – kabels veranderen zoals op het frontpaneel aangegeven. (ZIE P.9)
4. Draadsnelheid en amperage instellen, afhankelijk van het materiaal en zijn dikte.
Pag. 10 V1.1
C3165697 WELCO by C&K NV