Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
Tel bus
Leerdoelen
- Speels oefenen van erbij – en erafsommen tot en met 20
- Oefenen van rekenbegrippen als erbij, eraf, evenveel, meer, minder
- Herkennen en gebruik maken van cijfers en erbij- en eraftekens
Inhoud
- houten rekenbus met aanhanger
- 20 houten passagiers in rood en wit
- 34 kunststof haltekaarten (10 kaarten met rode rand, 24 kaarten met groene rand)
- 1 puntendobbelsteen (1-3)
- 1 cijferdobbelsteen (1-3)
- 1 tekendobbelsteen (+ en -)
- 1 kleurendobbelsteen (rood en wit)
Opbouw van het spel
De Rekenbus (zonder aanhanger) staat in de kring. 10 Kinderen hebben elk een passagier.
Een kind mag met de bus rondrijden en stoppen bij kinderen met een passagier. Zij plaatsen de passagier in
de bus en benoemen hoeveel mensen nu in de bus zitten. Dan rijdt de bus weer verder.
Als de 10 passagiers allemaal in de bus zitten, stopt de bus steeds bij een kind die er een passagier mag
uithalen. Weer wordt benoemd hoeveel mensen nu in de bus zitten.
Andere spelmogelijkheden
• Speel hetzelfde spel met de aanhanger en 20 passagiers.
• Laat de bus willekeurig stoppen bij kinderen met en zonder een passagier. Dus bijvoorbeeld eerst 3 keer
een passagier erbij. Dan 1 eruit. Dan weer 2 keer een passagier erbij enz. Benoem steeds hoeveel
passagiers er in de bus zitten.
Werken met de opdrachtkaarten
De leerkracht deelt de groene halte-kaarten uit en plaatst alle passagiers in het midden van de kring.
Een kind mag het startaantal bepalen en plaatst dit aantal passagiers in de bus.
Het kind rijdt de bus rond in de kring en stopt bij een 'halte' (een kind met een
halte-kaart). Wanneer dit kind een 'erbij-kaart' heeft, plaatst het dit aantal
passagiers in de bus. Wanneer het kind een 'eraf-kaart' heeft, haalt het dit
aantal passagiers uit de bus. Hierna mag dit kind de bus verder rijden tot een
volgende halte.
Let op: De kinderen houden hun haltekaart open voor zich. De bus mag alleen
stoppen bij een halte waar de opdracht uit te voeren is.
Publicité
