Livington INSTANT WATER HEATER Mode D'emploi page 17

de doorstroomverwarmer aansluit op de stroom. Dit om kortsluiting te
voorkomen.
• De stekker nooit met geweld in het stopcontact steken.
• Geen verlengsnoeren of stekkerdozen met ontoereikende belastbaarheid
gebruiken.
• Niet gebruiken met beschadigd netsnoer of beschadigde stekker.
• Is het snoer beschadigd, dan mag het uitsluitend door een geautoriseerde
servicedienst vervangen worden.
• Haal de stekker zonder gevaar uit het stopcontact: stekker vastpakken en
rustig uit het stopcontact trekken. Niet aan de kabel trekken.
• Zorg dat kinderen niet bij het snoer kunnen, als het ingestoken is.
• Niet aan het snoer trekken, het apparaat niet aan het snoer dragen, het
snoer niet als handgreep gebruiken, deur niet dichtdoen als het snoer
ertussen of eronder zit. Zorg dat het snoer niet over scherpe hoeken of
randen gespannen wordt. Snoer weghouden van hete oppervlakken.
• De stekker niet met natte handen vastpakken. De stekker niet vastpakken
zonder schoenen aan.
• Uitsluitend door de fabrikant aanbevolen toebehoren gebruiken voor de
doorstroomverwarmer.
• Gebruik van niet door de fabrikant geleverde of verkochte accessoires of
toebehoren kan brand, stroomstoten of verwondingen veroorzaken.
• Gebruik de doorstroomverwarmer niet bij beschadigingen aan het
apparaat of toebehoren.
• Als de doorstroomverwarmer niet correct functioneert, of als het apparaat
gevallen is of beschadigd is, moet het teruggestuurd worden naar de
fabrikant of aan een geautoriseerde reparatiedienst. Dit om gevaren te
vermijden.
• Als u ziet dat er water uit de doorstroomverwarmer lekt op plaatsen waar
dat niet de bedoeling is, gebruik het apparaat dan niet en wend u tot een
deskundige gekwalificeerde reparateur.
• Om zeker te zijn van een goede constante waterdoorloop, dient u zeef en
filter regelmatig schoon te maken.
• Schoonmaken en onderhoud mag niet door kinderen gedaan worden.
• Als het water in de doorstroomverwarmer bevroren is, mag het apparaat
niet op de stroomvoorziening aangesloten worden.
• Het apparaat mag niet in een omgeving met vrieskoude of ijsvorming
17