andere apparaten op gas of andere brandstoffen
worden afgevoerd.
De stekker van de voedingskabel moet na installatie
•
gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het apparaat mag niet achter een vergrendelde
•
deur, een schuifdeur of een deur met scharnieren
aan de tegenovergestelde zijde van de wasdroger
worden geplaatst waardoor volledige opening van
de trommelwasdroger onmogelijk is.
Installeer of laat het apparaat niet staan op
•
plaatsen waar het is blootgesteld aan extreme
omstandigheden.
Elektrische aansluitingen
Sluit het apparaat aan op een stopcontact met
•
aarding dat beschermd is met een correcte
zekering (zie typeplaatje), het stopcontact moet
correct geïnstalleerd en aangesloten zijn op het
netwerk conform de toepasselijke normen.
Het apparaat moet worden aangesloten op
•
het netwerk via een meerpolige schakelaar
(bijvoorbeeld hoogspanningsschakelaar, zekering,
differentieelschakelaar en contactor) met een
ruimte van minstens 3 mm tussen de schakelaars.
Het verkeerd aansluiten van de aardlekschakelaar
•
van het product kan elektrocutie veroorzaken.
136
V.1.0
veiligheidsvoorschriften
Als u twijfelt over de aansluiting van de
aardlekschakelaar, moet u dit laten controleren door
een gekwalificeerde elektricien, de servicedienst
of onderhoudspersoneel.
Gebruik geen verlengsnoeren, verdeelstekkers of
•
adapters om de wasdroger op het netwerk aan te
sluiten om elektrocutierisico te beperken.
Breng geen wijzigingen aan in de stekker die bij het
•
apparaat is geleverd. Als de stekker niet compatibel
is met het stopcontact, laat u dit veranderen door
een gekwalificeerde elektricien.
Als de stroomkabel beschadigd is moet deze
•
vervangen worden door uw leverancier, zijn
klantenservice of door een persoon met een
vergelijkbare kwalificatie om gevaarlijke situaties
te voorkomen.
Dit
apparaat
moet
•
worden
tijdens
installatie-,
reparatiewerkzaamheden. Deze werkzaamheden
moeten worden uitgevoerd door de technische
dienst. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor schade die voortvloeit uit het feit dat
deze werkzaamheden worden uitgevoerd door niet
bevoegde personen.
niet
ingeschakeld
onderhouds-
of
137
V.1.0
veiligheidsvoorschriften