Saci pumps EMOTION MT2-11A Manuel D'installation Et D'entretien page 164

Par. Beschrijving Eenheden
5.01 TAAL
5.02 EENHEDEN VOOR DRUK
DRUK OMVORMER
5.04
MINIMALE WAARDE (4 mA)
DRUK OMVORMER
5.05
MAXIMALE WAARDE (20 mA)
MINIMALE
5.08
WERKFREQUENTIE
MAXIMALE
5.09
WERKFREQUENTIE
PROPORTIONELE
5.10
VERSTERKING
MAXIMAAL AANTAL
5.11
INGESCHAKELDE POMPEN
STOPVERTRAGING
5.12
HOOFDPOMP
STARTFREQUENTIE HULP
5.13
STARTVERTRAGING HULP
5.14
5.15 STOPVERTRAGING HULP
5.16 OMSCHAKELTIJD
INSCHAKELINTERVAL
5.17
POMP
5.18
DIGITALE INGANG 1
5. GEAVANCEERDE PARAMETERS
Programming
Standaard Min.
Spaans
Engels
Frans
Spaans
Italiaans
Portugees
Duits
Bar Bar Bar - PSI - mwc
Bar Wizard -1
Bar Wizard 5
Hz 25 10
Hz 50 25
Bar 0 0
8 1
Sec. 10 10
Hz 49,5 25
Sec. 2 1
Sec. 2 1
Uren 24 OFF
Uren 24 OFF
Niet gebruikt
Totale stop
Totaal stop INV
Lokale stop
Lokale stop INV
Niet gebruikt
IN setpoint
IN setpoint INV
Debietsensor
Debietsensor INV
Slave 0-10V
Max.
Nederlands
Pools U kunt kiezen tussen verschillende talen voor het menu
Russisch en de waarschuwingen.
Zweeds
Eenheden voor werkdruk op het display.
10 Waarde van drukopnemer bij 4 mA.
40 Waarde van drukopnemer bij 20mA.
50 Minimale frequentie waarop de pomp werkt.
65 Maximale frequentie waarop de pomp werkt.
MAXIMALE
Drukverhoging bij de maximale frequentie van de pomp.
POMPDRUK
8 Maximum aantal pompen dat gelijktijdig in het systeem kan functioneren.
De tijd vanaf het moment dat de hoofdpomp werkt met een toerental dat lager is
100
dan de stopfrequentie (parameter 1.6) totdat de pomp volledig stopt.
Wanneer de in bedrijf zijnde pomp deze frequentie bereikt, zendt het een commando naar
50
het hulppomp om op te starten.
De Tijd vanaf het moment dat de toestand van parameter 5.09 optreedt tot het
200
moment dat de hulppomp start.
De tijd vanaf het moment dat een systeem met twee of meer pompen onder
10
parameter 1.6 werkt totdat de hulppompen stoppen.
Parameter voor het instellen van de tijdsperiode voor het omschakelen tussen
72
pompen.
Parameter voor het instellen van de tijdsperiode voor het periodiek opstarten van
de pomp.
72
Als de pomp gedurende deze ingestelde periode inactief is, draait het 2 of 3 keer met
de minimale frequentie.
Als u "Niet gebruikt" heeft dit geen invloed op het systeem.
U kunt de digitale ingang gebruiken als start-stop van een systeem of slechts één, door
optie Totale stop of Lokale stop te selecteren.
U kunt het ook op dezelfde manier gebruiken als een andere standaard insteldruk. Door
IN setpoint te selecteren kunt u een andere insteldruk selecteren voor parameter 5.19.
De optie Debietsensor wordt gebruikt wanneer een debietsensor beschikbaar is, die de
pomp stopt.
De optie Slave 0-10V wordt gebruikt als een 0-10 V actief apparaat of een potentiometer
(passief apparaat) is aangesloten op de 0-10 V-ingang.
Opmerking: INV-opties worden gebruikt voor NC-ingangen.
164
NL
Opmerkingen