Preventief Onderhoud Van De Compressor; Opsporen En Verhelpen Van Storingen - FISCHER JUN-AIR 3 motor Mode D'emploi

Preventief onderhoud van de compressor

Controleer het oliepijl. Tijdens stilstand
ligt het juiste niveau tussen de min.
en max. streepjes. Gebruik uitsluitend
originele SJ-27 synthetische olie. Vul
nooit teveel olie bij (fig. 5).
Condens aftappen uit de tank (bij
een druk van max. 2 bar) (fig. 6). Bij
compressoren met een automatische
vochtaftap gebeurt dit automatisch,
echter de plastic opvangcontainer
moet geledigd worden.
Bij compressoren met uitlaatfilter, het
filter controleren en water aftappen
door op het pinnetje aan de onderkant
te drukken. Bij een automatisch
aftapsysteem gebeurt dit automatisch.
Controleer de compressor, leidingen
en apparatuur op lekkages.
Controleer de pompduur.
Aanzuigfilter controleren, vervangen
indien noodzakelijk.
Compressor afstoffen met een
licht vochtige doek. (vuil en stof
belemmeren de koeling.)
Controleer de O-ring van de terugslag-
klep. Indien nodig de O-ring vervangen
(fig. 10).
Opmerking: Laat de tank leeglopen voordat
u de compressor demonteert.
NL
Controleer het filter en het filter-
element. Voor een optimale werking.
Test het veiligheidsventiel door
zacht aan het pennetje te trekken op
de drukketel (fig. 7).
Olie verversen
Bij reparatie van de model 6 motoren, bijvoorbeeld het
vervangen van ventielplaat of andere interne motor onderdelen
of als de compressor in een zeer stoffige omgeving is
opgesteld, kan het nodig zijn de olie te verversen. Handel als
volgt:
1. Verwijder de kap met de koelribben door de vier bouten (fig.
8) los te draaien.
2. Giet de olie er aan de kant van de luchtinlaat uit terwijl u de
motoronderdelen tijdens het leeggieten met de hand op hun
plaats houdt. Alle olie uit de behuizing verwijderen (fig. 8).
Opmerking!
Afgewerkte olie dient volgens de geldende
milieuvoorschriften te worden verwijderd.
3. Zet de motor terug en vul het lege huis met SJ-27 olie (ca.
0.75 liter) (fig. 8).
4. Maak de rand van het huis schoon en controleer de O-ring
van de kap.
5. Plaats de kap opnieuw en controleer of de O-ring goed zit,
zodat de afdichting tussen huis en kap 100% is.
18
Wekelijks Maande-
Jaarlijks
lijks
Gebruiksaanwijzing
Opmerking!
Gebruik uitsluitend SJ-27 olie. Andere olieprodukten
kunnen de compressor beschadigen. De garantie is
alleen van kracht indien SJ-27 olie is gebruikt.
Pomptijd
De pomptijd geeft de conditie van de compressor aan als het
systeem verder geen lekkage vertoont. Test de compressor als
volgt:
1. Laat de tank van de compressor leeglopen (de manometer
staat op 0 bar).
2. Sluit de aftap van de tank en let op dat deze goed afsluit.
3. Start de compressor en kijk hoelang het duurt voordat deze
uitschakelt. Controleer of de druk in de tank 8 bar bedraagt
omdat afwijkingen tot verkeerde conclusies kunnen leiden
(zie technische gegevens).
Opmerking!
Voer deze test uitsluitend uit als de compressor koud
is. De aangegeven tijd verwijst naar een pomptijd van
een koude compressor. De pomptijd van een warme
compressor is veel langer en kan leiden tot verkeerde
conclusies.

Opsporen en verhelpen van storingen

Opmerking!
Voor het verwijderen van de onderdelen uit de
compressor eerst de stroom uitschakelen.
De tank ontluchten voordat er onderdelen uit de
compressor-unit verwijderd worden
.
1. Compressor start niet:
a) Geen stroom op het leidingnet. Controleer de zekeringen
en de stekker.
b) Draadbreuk of losse verbinding in de drukschakelaar.
c) Het startrelais is defect. Neem contact op met uw
JUN-AIR dealer.
d) De drukschakelaar is defect en schakelt de compressor
niet in.
e) De thermische beveiliging heeft de compressor als
gevolg van oververhitting uitgeschakeld. Zodra de
compressor is afgekoeld, zal deze automatisch worden
ingeschakeld. Volg de punten in Deel 4.
f) De druk in de tank is te hoog voor het inschakelen van
de drukschakelaar. De drukschakelaar zal
alleen schakelen zodra de druk is gedaald tot de
ingestelde startdruk. Laat de tank leeglopen.
g) De compressor is niet leeg en de zuiger ondervindt
tegendruk. Demonteer en controleer het
drukontlastventiel (fig. 9). De tegendruk kan het gevolg
zijn van een lekkende terugslagklep. Hierdoor lekt
perslucht uit de tank terug in de motor
van de compressor. Demonteer de terugslagklep en
vervang de O-ring (fig. 10).
h) Condensator defekt.
2. Compressor werkt wel, maar bouwt geen of heel
langzaam druk op:
a) Het transportdopje zit nog op de luchtinlaat en is nog
niet vervangen door het aanzuigfilter (fig. 2).
b) Het aanzuigfilter is verstopt. Vervang de filter.