Oorzaken Van Ongevallen - KVS 8884-201 Mode D'emploi

– Bevestig de veiligheidshuishoudtrap
tijdens het transport op een veilige
manier (bijv. op dakdragers of in de
auto) om schade te voorkomen.
– Berg ladders van of met thermoplast,
duroplast en versterkte kunststoffen
weg op een plaats die beschermd is
tegen directe zonnestralen.
– Bewaar de veiligheidshuishoudtrap
in een droge omgeving, recht op-
staand of vlak.
– Bewaar de veiligheidshuishoudtrap
op een droge plaats, beschermd
tegen het weer en buiten het bereik
van kinderen.
– Bewaar de veiligheidshuishoudtrap
met inachtneming van de volgende
aspecten:
• Bevindt de veiligheidshuishoud-
trap zich ver van plaatsen waar de
toestand ervan sneller zou kunnen
verslechteren (bijv. vocht, hoge
temperaturen, blootgesteld aan de
elementen)?
• Is de veiligheidshuishoudtrap opge-
borgen in een positie die helpt hem
recht te houden (bijvoorbeeld opge-
hangen aan een ladderbeugel aan
de ladderbomen of op een schoon
oppervlak gelegd)?
• Is de veiligheidshuishoudtrap opge-
borgen op een plaats waar deze niet
kan worden beschadigd door voer-
tuigen, zware voorwerpen of vuil?
• Is de veiligheidshuishoudtrap op-
geborgen op een plaats waar deze
geen struikelgevaar oplevert en
14
geen belemmering vormt?
• Is de veiligheidshuishoudtrap opge-
borgen op een plaats waar deze niet
gemakkelijk voor criminele doelein-
den kan worden gebruikt?
• Is de veiligheidshuishoudtrap per-
manent geïnstalleerd (bijv. op een
steiger), is er dan voor gezorgd dat
deze niet wordt gebruikt door onbe-
voegde personen (bijv. kinderen)?

Oorzaken van ongevallen

De hierna opgesomde onvolledige lijst
van risico's geeft de typische gevaren
en voorbeelden weer voor frequente
oorzaken van ongevallen bij het gebruik
van ladders.
Houd rekening met de genoemde risi-
co's als basis voor veilig werken als u de
veiligheidshuishoudtrap hanteert, zodat
ongevallen worden vermeden.
a) Verlies van stabiliteit
1. Verkeerde keuze van veiligheidshuis-
houdtrap (bijv. te korte veiligheids-
huishoudtrap, niet geschikt gebruik).
2. Verkeerde positie van de veiligheids-
huishoudtrap (bijv. verkeerde opstel-
hoek bij aanlegladders of onvolledig
openen van trapladders).
3. Naar buiten wegglijden aan het
onderste uiteinde van de veiligheids-
huishoudtrap (bijv. wegglijden van
het onderste uiteinde van de muur
bij aanlegladders).
4. Zijwaarts afglijden, kantelen van
aanlegladders (bijv. door te veel naar
buiten te leunen of onvoldoende