6 Inbedrijfstelling
LET OP
• Let erop dat de koelmiddeltoevoer en -afvoer op de juiste wijze geplaatst zijn.
• Voor vloeistofgekoelde lastoortsen raden we aan ABICOR BINZEL-koelmiddel uit de BTC-reeks te
• Controleer regelmatig de toestand van het koelmiddel om zeker te zijn van maximale koelprestaties.
6.3.1 Ontluchten
Een optimale koelprestatie is pas gewaarborgd als het gehele koelsysteem ontlucht is.
Ontlucht bij elke eerste inbedrijfstelling en na elke wissel van het slangenpakket als volgt het gehele
koelsysteem:
1 Sluit de koelmiddelslangen van het tussenslangpakket aan op het koelapparaat en zorg ervoor dat het
koelmiddelcircuit volledig gesloten is.
2 Schakel het koelapparaat aan de voorzijde van het apparaat in.
3 Maak de koelmiddelafvoerslang aan het koelapparaat los en houd deze boven een opvangbak.
4 Sluit de opening van de koelmiddelafvoerslang en maak deze door herhaald abrupt openen weer vrij.
LET OP
• Herhaal deze procedure zo lang tot de koelvloeistof permanent in de opvangbak stroomt, zonder
• Controleer het minimum vloeistofniveau van het koelapparaat.
• Controleer de koppelingen en bussen op lekken om koelmiddellekkage te vermijden.
5 Sluit de koelmiddelafvoerslang weer aan.
6 Controleer het koelmiddelpeil.
NL - 14
Koelmiddeltoevoer = blauw, koelmiddelafvoer = rood
gebruiken.
luchtbellen.
CR1000/CR1250