Thermische beveiliging
Om oververhitting en daarmee schade aan de motor te voorkomen hebben de
Super Fountain pompen een ingebouwde thermische beveiliging. Let wel, als de
motor door oververhitting afslaat dient u, alvorens de pomp te herstarten, de
volgende punten te controleren. Verbreek bij werkzaamheden aan de pomp altijd
de netspanning door de stekker uit het stopcontact te verwijderen.
l Heeft of staat de pomp wel in voldoende water?
l Is de voorfilterschaal vervuild, waardoor de wateraanvoer naar de pomp stagneert?
l Is de rotor vervuild?
l Zijn de sproeikoppen of verbindingsstukken vervuild?
l Is de pomp wel voldoende afgekoeld alvorens te herstarten?
Zodra deze punten gecontroleerd en in orde zijn, kan de pomp worden herstart.
Impeller
Om storingen te verhelpen en verzekerd te zijn van een goede wateropbrengst,
dient de rotor regelmatig te worden schoongemaakt. Ga als volgt te werk:
l Verbreek de netspanning en verwijder de pomp uit de vijver.
l Open de voorfilterschaal.
l Open het motorhuis door de impellerhouder open te draaien.
l Verwijder voorzichtig de rotor uit het motorhuis.
l Maak alle onderdelen met een zachte borstel onder ruim stromend water schoon.
l Assembleer op dezelfde wijze alle onderdelen. Zie er op toe dat de rotor weer soepel
in het motorhuis draait en dat de rubberring op de juiste manier wordt bevestigd.
GEBRUIK IN DE WINTER
Indien de buitentemperatuur niet langdurig onder de -5°C daalt en de pomp ruim
door water is omgeven, kan de Super Fountain pomp ook in de winter normaal
worden gebruikt. In strenge winters met lagere temperaturen dan -5°C is het aan te
bevelen de pomp uit de vijver te verwijderen. Maak zowel de pomp als de
voorfilterschaal goed schoon. Controleer de pomp en kabel op eventuele
beschadigingen. Om uitdroging van de rubbers te voorkomen is het aan te bevelen de
pomp nat op te bergen, bijvoorbeeld in een emmer water.
AANDACHTSPUNTEN
l Laat de pomp niet drooglopen. De motor kan daardoor beschadigen.
l Gebruik de pomp nooit zonder voorfilterschaal in de vijver. Zie er op
toe dat de gebruikte hulpstukken de waterstroom niet belemmeren.
l Wanneer de pomp in gebruik is, zal afhankelijk van de conditie van
het water (veel of weinig vuil) regelmatig onderhoud moeten plaats-
vinden om vuilvangende onderdelen schoon te maken.
Wanneer de wateropbrengst en de hoogte van de waterkolom aanmerkelijk
terugloopt, is het te adviseren om de voorfilterschaal schoon te spoelen en de
rotor te reinigen. Gebruik daarbij een zachte borstel en ruim schoon water.
Zie voor demontage en montage van de rotor de uitvoerige uitleg (zie Impeller).