7.2. Ondervraging van de systeemstatus
Druk op de toets
om toegang te
krijgen tot de pagina
"Alarm".
7.3. Gebruik van de toetsen SOS, P1, P2, P3
De toets SOS is geactiveerd in fabrieksconfiguratie. De toetsen P1, P2 en P3 moeten geïndividualiseerd
worden alvorens gebruikt te kunnen worden (zie § Individualisering van de toetsen P1, P2 en P3).
Druk op de toets
om toegang te krijgen
tot de pagina "Alarm".
7.4. In- en uitschakeling van de functie "Aanwezigheidssimulatie"
Om de functie "Aanwezigheidssimulatie" te gebruiken, moet men:
1. De functie "Aanwezigheidssimulatie" toelaten (zie hoofdstuk "Programmeren van de aanwezigheidssimulatie").
2. De functie inschakelen zoals volgt.
Inschakeling
1. Raak het scherm lichtjes aan.
2. Identificeer u via: - de hoofdtoegangscode
- de badge
3. Druk op de toets
©
Display: BEGIN AANWEZIGHEIDSSIMULATIE
Uitschakeling
1. Raak het scherm lichtjes aan.
2. Identificeer u via: - de hoofdtoegangscode
- de badge
3. Druk op de toets
Display: EINDE AANWEZIGHEIDSSIMULATIE
©
OPGeleT: wanneer de aanwezigheidssimulatie ingeschakeld is, geeft de touch-bediening om het uur 2
geluidsbips.
gedurende 2 sec.
om het alarmsysteem uit te schakelen.
Druk op de toets
>>> De antenne
op het toetsenbord
knippert om aan te geven dat de
radiotransmissie bezig is.
SYSTEEMSTA
?
OFF
Om een noodoproep in te schakelen,
moet men gedurende 2 sec. op de toets
drukken. Om de toetsen P1, P2 of P3 te gebruiken,
geef een korte druk.
geïndividualiseerd
107
.
?
Na de terugkeer van de informatie,
geeft het toetsenbord de status
van de centrale weer (bijvoorbeeld
centrale uitgeschakeld).
Voorbeeld:
de 3 toetsen zijn
NL
N
S0S