Télécharger Imprimer la page

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 5
NEDERLANDS
BESCHRIJVING
Het apparaat kan in de filterversie en in de afzuigversie gebruikt worden. In de filterversie (Afb. 1) worden
de door het apparaat geleide lucht en dampen gezuiverd door koolstoffilters en via de luchtroosters aan de zijkant
van de schoorsteen weer in het vertrek geleid. LET OP: Bij het gebruik in de filterversie moeten de koolstoffilters
en een luchtafbuigplaat (A) op het onderste deel van de slang worden gebruikt waardoor de lucht in de omgeving
kan worden teruggebracht. De koolstoffilters zijn niet bijgeleverd. In de afzuigversie (Afb. 2) worden de kookluchtjes
en –dampen via een afvoerleiding door de muur/het plafond rechtstreeks naar buiten geleid. Het gebruik van
koolstoffilters is in dat geval dus niet meer nodig.

MONTAGE

Alvorens het apparaat te monteren moet u de vetfilters verwijderen zodat u het apparaat makkelijker kunt
hanteren: duw ter hoogte van de handgreep de pal naar binnen en trek het filter naar beneden (Afb. 3).
Bevestiging aan de muur (Afb. 4): breng met behulp van de boormal de bijgeleverde pluggen aan in de wand,
in aanmerking nemend dat de afstand tussen de wasemkap en de kookplaat minstens 65 cm moet bedragen. Haak
het toestel aan de schroeven via de bajonetgaten (A). Om het toestel zo stevig en veilig mogelijk tegen de muur
te bevestigen, steekt u de twee extra schroeven in de speciaal hiertoe voorziene gaten (B). Om het toestel niet
te beschadigen, raden wij aan enkel de gaten te gebruiken die al werden voorzien door de constructeur.
Bevestiging van de telescopische pijpen: Essentiële eisen voor de montage: – Breng de elektrische aansluiting
zodanig tot stand dat e.e.a. binnen de decorpijp weggewerkt wordt. – Als uw apparaat in de afzuigversie geïnstalleerd
moet worden dan moet er een luchtafvoergat gemaakt worden.
Zet de beugel (W) op 50 mm van het plafond en zet hem op de verticale lijn van uw wasemkap, gebruik makend
van de inkepingen in het midden van de beugel (Afb. 5); teken met een stift de 2 gaten op de wand, en boor
vervolgens de gaten en steek er de bijgeleverde pluggen in, Zet daarna de beugel vast door middel van de 2
schroeven (bijgeleverd).
Afzuigversie: Verbind de luchtafvoerpijp met de luchtafvoeropening van de kap; gebruik een buigzame slang en zet
deze aan de luchtuitgang van de afzuigkap vast met een metalen bandje (slang en bandje worden niet bijgeleverd).
Breng de elektrische aansluiting van de wasemkap tot stand via de voedingskabel. Neem de 2 slangen samen en
leg hen op de bovenkant van de wasemkap. Til de bovenste slang op tot aan het plafond en zet hem vast aan de
beugel met de 2 schroeven (Afb. 6).
Filterversie: Breng de elektrische aansluiting van de wasemkap tot stand via de voedingskabel. Zet de luchtafbuigplaat
aan de onderste slang vast zoals geïllustreerd op afbeelding 7, met behulp van 2 schroeven. Neem de 2 slangen
samen en leg hen op de bovenkant van de wasemkap. Til de bovenste slang op tot aan het plafond en zet hem vast
aan de beugel met de 2 schroeven (Afb. 6).
Denk er bovendien aan dat in de filterversie de toepassing van koolstoffilters nodig is; controleer of de filters reeds
geïnstalleerd zijn; monteer hen eventueel als volgt, afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft:
- als de wasemkap is voorzien van ronde koolstoffilters (Afb. 8), zet het koolstoffilter dan vast met een draaiende
beweging (tegen de klok in).
- als de wasemkap is voorzien van een paneel-koolstoffilter (Afb. 9), verwijder dan de 2 metalen filtervergrendelingen
(M) en plaats het koolstoffilter in het vetfilters; breng vervolgens de 2 filtervergrendelingen aan om het koolstoffilter
vast te zetten.
WERKING
Afhankelijk van de versies is het apparaat uitgerust met de volgende bedieningselementen:
Bedieningselementen van Afb. 10: Toets A: verlichtingsschakelaar. Toets B: aan/uitschakelaar van de motor:
eerste snelheid. Toets C: 2de snelheidsschakekaar. Toets D: 3de snelheidsschakelaar. E: controlelampje dat
aangeeft dat de motor in werking is. IN BEPAALDE MODELLEN IS HET CONTROLELAMPJE VAN DE WERKING
VAN DE MOTOR (E) NIET AANWEZIG.
Bedieningselementen van Afb. 11: Toets A: Lichtschakelaar; stand 0: licht uit.; stand 1: licht aan.
Toets B: Motorschakelaar; stand 0: motor uit; stand 1-2-3: motor aan op de eerste, tweede en derde snelheid.
C: Kapje controlelampje werking motor.
Bedieningselementen van Afb. 12: Toets A: Lampjes uit. Toets B: Lampjes aan. Toets C: Verlaagt de snelheid,
tot aan de minimum snelheid. Indien gedurende 2" ingeduwd, valt de motor stil. Toets D: Start de motor (de laatst
gebruikte snelheid wordt opgeroepen) en versnel maximaal. Toets E: RESET FILTERALARM / TIMER: de knop
indrukken tijdens de weergave van het filteralarm (bij uitgeschakelde motor) om de timer terug te stellen. De knop
indrukken terwijl de motor draait om de TIMER in te schakelen. De kap wordt na 5 minuten automatisch
uitgeschakeld.
L1) De 4 GROENE leds geven de bedrijfssnelheid weer.
L2) Wanneer de LED rood is (bij uitgeschakelde motor) wijst dit op het FILTERALARM. Wanneer de LED groen is (knipperend)
wijst dit erop dat de TIMER werd ingeschakeld met de knop E.
FILTERALARM: Na 30u werking, wordt de led L2 ROOD; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd.
Na 120u werking, wordt de led L2 ROOD en gaat hij knipperen; betekent dat de vetfilters moeten worden gereinigd en de

Publicité

loading