Télécharger Imprimer la page

GRAPHITE 59G207 Mode D'emploi page 107

Publicité

MONTAGE VAN SCHIJVEN
Bij gebruik van slijp- of snijschijven van de dikte onder 3
mm, draai de moer van de buitenkraag (5) met de vlakke
oppervlakte vanaf de zijde van de schijf op (afb. B).
• Druk op de blokkadeknop van de spil (1).
• Plaats de speciale sleutel (in de set) in de openingen van de
buitenkraag (5) (afb. A).
• Draai de sleutel om – maak de buitenkraag (5) los en
demonteer het.
• Plaats de schijf zodat deze goed aan de zijde van de
binnenkraag (6) gedrukt is.
• Draai de buitenkraag (5) en druk zacht met de speciale sleutel.
Demontage gebeurt in de omgekeerde volgorde dan montage.
De schijf dient goed aan de oppervlakte van de binnenkraag (6)
gedrukt zijn en centrisch op de schroefdraad zitten.
MONTAGE VAN WERKTUIGEN MET SCHROEFDRAADOPE-
NING
Druk op de blokkadeknop van de spil (1).
• Demonteer het gemonteerde werktuig – indien aanwezig.
• Alvorens met de montage te beginnen, neem beide kragen –
binnenkraag (6) en buitenkraag (5) weg.
• Draai de schroefdraad van het werktuig op de spil en trek er
zacht aan.
Demontage van werktuigen met schroefdraadopening gebeurt
in de omgekeerde volgorde dan montage.
MONTAGE VAN HAAKSE SLIJPER IN DRIEPOOT
Onder de voorwaarde van de juiste montage is het mogelijk
om de haakse slijper in een driepoot voor haakse slijpers te
gebruiken.
WERK / INSTELLINGEN
Alvorens met de werkzaamheden te beginnen, controleer
de toestand van de slijpsteen. Gebruik geen gebroken,
versleten of op een andere manier beschadigde slijpstenen.
Zulke werkstukken dienen altijd te worden vervangen. Na
beëindiging van de werkzaamheden altijd zet de slijper uit
en wacht totdat het werkstuk volledig stil is. Pas dan kan de
slijper weggelegd worden. Rem het werkstuk niet door het
op het bewerkte materiaal na het uitzetten van de slijper te
drukken.
• Het is verboden om de slijper over te belasten. Bij
overbelasting en te grote drukkracht kan het gevaarlijk
breken van het werkstuk plaatsvinden.
• Indien de slijper tijdens de werkzaamheden valt,
controleer altijd en eventueel vervang het werkstuk bij
constatering van beschadiging of vervorming.
• Sla nooit met het werkstuk op het bewerkte materiaal.
• Vermijd het terugslaan met het werkstuk en afscheuren
van het materiaal, in het bijzonder bij bewerking van
messen, scherpe randen ezv. (het kan het verlies van
controle over het elektrogereedschap en terugslaan als
gevolg hebben).
• Het is verboden om de rechte slijper met snijschijven (bv.
schijven voor hoekslijpers, zaagschijven voor hout ezv.)
te gebruiken. Het nalaten van zulke aanwijzing kan het
terugslaan van het elektrogereedschap, verlies van de
controle en letsels van de operator als gevolg hebben.
AAN- / UITZETTEN
Houd de slijper tijdens het opstarten en tijdens het werk
altijd met de beide handen vast. De slijper is uitgerust met een
veiligheidsschakelaar tegen het onbedoeld opstarten.
• Verschuif de veiligheidsknop (7) naar voren.
• Druk op de hoofdschakelaar (2) (fig. C).
• Het loslaten van de schakelaar (2) stopt de slijper.
Bij het opstarten, de motor begint met een trage beweging die
wordt gebruikt om de motor onbelast te laten draaien.
Na het aanzetten van de slijper wacht totdat de slijpsteen
de maximale snelheid gaat bereiken en pas daarna begin
het werk. Het is verboden om op de schakelaar tijdens de
werkzaamheden te drukken om de slijper aan- en uit te zetten.
De schakelaar mag alleen bediend worden als de slijper het
bewerkte materiaal niet aanraakt.
SNIJDEN
Het snijden met de haakse slijper kan alleen maar in de
rechte lijn.
• Snij geen materiaal dat in de hand wordt vastgehouden.
• Ondersteun de grote elementen en let op zodat de
steunpunten dicht bij de snijlijn en het einde van het
materiaal zich bevinden. Stabiel bevestigd materiaal gaat
niet verschuiven tijdens het snijden.
• Kleine elementen dienen met behulp van bv. klemmen,
bankschroef gemonteerd te zijn. Om meer precies snijden
te garanderen, bevestig het materiaal dicht bij het
snijpunt.
• Vermijd trillingen of opspringen van de slijpschijf omdat
op die manier de kwaliteit van het snijden verlaagt en de
schijf kan breken.
• Tijdens het snijden oefen geen zijdruk op de snijschijf uit.
• Gebruik de snijschijf die aan het te snijden materiaal
aangepast is.
• Het is aangeraden dat bij het snijden de schuifrichting
gelijk aan de richting van de omdraaiingen van de
snijschijf is.
Diepte van de snede is afhankelijk van de schijfdiameter (afb. G).
• Gebruik alleen schijven met nominale diameters die niet
groter zijn dan aanbevolen voor de bepaalde type slijper.
• Bij diepe sneden (bv. profielen, bouwblokken, bouwstenen
ezv.) laat de bevestigingskragen niet aan het bewerkte
materiaal aanraken.
Tijdens het snijden raken de snijschijven zeer heet – raak deze
niet met blote lichaamsdelen voordat ze afgekoeld zijn aan.
SLIJPEN
Gebruik voor slijpwerkzaamheden bv. slijpschijven, slijpstenen,
lamellenslijpschijven, schijven met schuurtextiel, draadborstels,
flexibele schijven voor schuurpapier ezv.
Elke soort schijf alsook bewerkt materiaal eist een aangepaste
werkmethode en toepassing van de aangepaste persoonlijke
beschermingsmiddelen.
Het is verboden om snijschijven voor het slijpen te gebruiken.
Slijpschijven bestemd voor het verwijderen van het materiaal
met de rand van de schijf.
• Voer geen werkzaamheden met de zijoppervlakte van de
schijf uit. De optimale werkhoek van deze soort schijven
bedraagt 30
(afb. H).
o
• Werkzaamheden verbonden met het slijpen kunnen
alleen met gebruik van de slijpschijven bestemd voor de
bepaalde soort materiaal uitgevoerd worden.
Bij gebruik van lamellenschijven, schijven met schuurtextiel
en flexibele slijpschijven voor schuurpapier let op op de juiste
hoek (afb. I).
• Slijp niet met de volledige oppervlakte van de schijf.
• Deze soort schijven worden voor bewerking van vlakke
oppervlaktes gebruikt.
107

Publicité

loading