Dräger X-am 2500 Notice D'utilisation page 113

Gevoeligheid voor een afzonderlijk meetkanaal kalibreren
De gevoeligheidskalibratie kan selectief voor individuele sensoren

worden uitgevoerd.
Bij de gevoeligheidskalibratie wordt de gevoeligheid van de

gekozen sensor ingesteld op de waarde van het gebruikte testgas.
Gebruik in de handel verkrijgbaar testgas.

Toegestane testgasconcentratie:
Ex: 40 tot 100 %LEL
O : 10 tot 25 vol.-%
2
CO: 20 tot 999 ppm
H S: 5 tot 99 ppm
2
Testgasconcentraties van andere gassen: zie gebruiksaanwijzing
van de betreffende DrägerSensoren.
1. Sluit de testgascilinder aan op de kalibratiecradle.
2. Leid het testgas naar een afzuiging of naar buiten (sluit de slang
aan op de tweede aansluiting van de kalibratiecradle).
VOORZICHTIG
!
Adem het testgas nooit in. Gevaar voor uw gezondheid!
Gevareninstructies in de bijbehorende
veiligheidsinformatiebladen opvolgen.
3. Schakel het apparaat in en plaats het in de kalibratiecradle.
4. Druk op de [+]-toets en houd deze 5 seconden ingedrukt om het
kalibratiemenu op te roepen, voer het wachtwoord in (wachtwoord
bij levering = 001).
5. Met de [+]-toets de functie singlegas-kalibratie kiezen. Het symbool
voor gevoeligheidskalibratie
6. Druk op de OK-toets om de kanaalselectie te starten.
Het display toont knipperend het gas van het eerste meetkanaal,
bijv. ch4 - %LEL.
Dräger X-am 2500
knippert.
7. OK-toets indrukken om de kalibreerfunctie van dit meetkanaal
te starten, of met de [+]-toets een ander meetkanaal selecteren
(O - Vol.-%, H S - ppm of CO - ppm enz.).
2 2
De testgasconcentratie wordt weergegeven.
8. OK-toets indrukken om de testgasconcentratie te bevestigen of
met de [+]-toets de testgasconcentratie wijzigen en door op de
OK-toets te drukken afsluiten.
De meetwaarde knippert.
9. Open het ventiel van de testgascilinder zodat gas met een flow
van 0,5 L/min over de sensor stroomt.
De aangegeven, knipperende meetwaarde verandert in de
waarde die hoort bij het aangevoerde testgas.
Als de aangegeven meetwaarde stabiel is (na minstens 120 seconden):
a. OK-toets indrukken om de kalibratie uit te voeren.
Afwisselend worden de huidige gasconcentratie en OK
weergegeven.
b. OK-toets indrukken of ongeveer 5 seconden wachten om de
kalibratie van dit meetkanaal af te sluiten.
Eventueel wordt het volgende meetkanaal aangeboden voor
kalibratie.
Na de kalibratie van het laatste meetkanaal schakelt het
apparaat over naar de meetmodus.
c. Sluit de klep van de testgascilinder en verwijder het apparaat
uit de kalibratiecradle.
Als een storing is opgetreden tijdens de gevoeligheidskalibratie:
Het storingssymbool verschijnt en in plaats van de meetwaarde

wordt voor de betreffende sensor
In dit geval de kalibratie herhalen.

Vervang eventueel de sensor.

Bedrijf
weergegeven.
111